Emigranten in een nieuwe wereld
Tussen 1950 en 1970 kregen 200.000 mensen een huis in Nieuw-West. Begonnen met Slotermeer (1952), volgden daarna Geuzenveld (vanaf 1953), Slotervaart (vanaf 1954), Overtoomse Veld (vanaf 1955) en Osdorp (vanaf 1957). De nieuwe wijken waren voor de bewoners soms wel wennen, zij voelden zich letterlijk emigranten in een nieuwe wereld. Uitgevoerd volgens de moderne stedenbouwkundige lijnen van het Algemeen Uitbreidingsplan uit 1934 leek het wonen in de Westelijke Tuinsteden in niets op de oude stad.
Tussen de ruim geplaatste huizen lag veel groen en in de omgeving waren parken. Voor de grote aantallen kinderen was eindeloos veel speelgelegenheid. Voor de kleintjes de speelplaatsjes met zandbakken en speelobjecten. De moeders op een bankje erbij, met een breiwerkje of een grote pan te schillen aardappelen. De oudere kinderen gingen hun eigen gang. Zwerven door de buurt, hutten bouwen of een ‘fikkie stoken’ op de vele braakliggende landjes, of op avontuur langs ‘de dijk’, de nog ongebruikte Ringdijk.
Gewoon stadsdeel
Na 1970 veranderde Nieuw-West langzaamaan in een gewoon stadsdeel. De kleine boompjes uit het begin werden groot, voor klinkers kwam asfalt, kinderen werden volwassen en trokken de buurt uit. In de jaren tachtig en negentig verhuisden vaak ook hun ouders. De bevolking bestaat sindsdien voor een belangrijk deel uit Amsterdammers van allochtone afkomst, moderne migranten in Nieuw-West. De recente nieuwbouw, in combinatie met de ruimte en het vele groen die het stadsdeel nog altijd kenmerken, trekt ook de autochtone bevolking weer aan.
Meer informatie over de Westelijke Tuinsteden is te vinden in het Van Eesterenmuseum.
Publicatiedatum: 06/05/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.