Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie

400 jaar Amsterdamse diamantindustrie

Naar aanleiding van de 125ste verjaardag van de Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond (ANDB) presenteert het Joods Historisch Museum van 27 september 2019 tot en met 1 maart 2020 Amsterdam Diamantstad. De tentoonstelling vertelt het verhaal van de Amsterdamse diamantindustrie.

> Book 3 min

Kamp Schoorl: de tragische geschiedenis van de Schoorlse Duinen

Een middagje wandelen door de Schoorlse Duinen is natuurlijk nooit weg. Lekker een luchtje scheppen in de zon, omringd door een uitgestrekt natuurgebied. Verschillende wandel- en fietsroutes beginnen bij het bezoekerscentrum. Wat weinig mensen weten is dat dit centrum op een stuk grond staat dat een tragische geschiedenis kent.

>

Ben ik Henk of Jack?

Uithoorn, maart 1937. De joodse Mozes Aldewereld loopt fluitend langs de Amstel op weg naar huis aan Amsteldijk-Noord in Uithoorn. Een blonde vrouw op de fiets komt hem tegemoet. Mozes vervlecht in zijn liedje een bewonderend bouwvakkersfluitje. De vrouw moet lachen en roept: “Hallo Mozes, leg dat fluitje eens een nachtje in de olie, dan klinkt-ie beter”. Mozes lacht en steekt zijn hand op: “groeten aan je vader”.

>

In de synagoge van Weesp staan geen auto’s meer

‘Dit was de plaats waar zij de eeuwige en elkaar ontmoetten – tot ze zo maar weg waren.’ Je leest het op een gedenkplaat in de Hanensteeg in Weesp, op de zijmuur van de voormalige synagoge aan de Nieuwstraat. Op 29 april 1942 vertrokken de laatste joden uit het stadje. Gedwongen.

>

Waar is Saultje?

Saultje Rotenberg ging naar de kleuterschool aan de Ouderkerkerlaan. Samen met zijn moeder drentelde hij van hun woning aan de Jan Bertsstraat langs de Hartveldseweg, de Diemerbrug over en ze waren er. Pa en ma Rotenberg waren uit Polen gekomen. In 1942 woonden ze in Diemen in de Jan Bertsstraat 14. Op één hoog. De vader van Saultje was marktkoopman, hij stond op Vlooienburg (het huidige Waterlooplein) in Amsterdam. Een vriendelijke man vond zijn buurman hem. In het dorp woonden ongeveer 90 joden.

>

De trein naar Westerbork

Het transport van duizenden joden uit Amsterdam naar het doorgangskamp Westerbork ging per spoor. Overvolle treinen reden over de spoorwegovergang van de Ouddiemerlaan. Wandelaars die het Westerborkpad lopen, eindigen hun eerste etappe in Diemen. Deze herdenkingsroute begint bij de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam, want daar brachten de Duitse bezetters opgepakte joden heen.

>

Urnen uit Westerbork rusten in Diemen

De hoofdingang tot de joodse begraafplaats ligt aan de Ouddiemerlaan 146. Pal naast de spoorbaan. Hier reden joden langs die van Amsterdam naar Westerbork moesten. Op deze begraafplaats liggen de urnen van ongeveer 400 van hen.

>

Joods trouwen en feesten in Weesp

De buurgemeenten van Amsterdam waren in trek voor een uitstapje, en vanwege de goedkopere tarieven trouwden joodse Amsterdammers soms in Zaandam of Weesp. Koosjere boter en kaas werd veelal ingevoerd vanuit de ‘mediene’ – de benaming voor alle plaatsen buiten Amsterdam waar een joodse gemeenschap bestond. Op reis kon men eten en slapen in koosjere kosthuizen en pensions. 

>

Huize Glück

Huize Glück, het restaurant en pension van Malvine Glück (1886-1942), was gevestigd aan het Oosteinde bij het Frederiksplein. Malvine Glück was niet alleen restaurant- en pensionhoudster. In 1932 schreef ze samen met Emma Bramson-Brest het Geïllustreerd Ritueel Kookboek met diëetrecepten.

>

Matzes van De Haan

Er waren in Nederland verschillende fabrikanten die etenswaren speciaal voor de Joodse consument produceerden. Zo waren er bijvoorbeeld de matzefabriek van de familie De Haan in Amsterdam en die van Hollandia in Enschede. Joden zijn met Pesach verplicht om matzes te eten. Ook in de week van Pesach mogen zij geen gerezen of gegiste voedingswaren eten, daarom is het de gewoonte om met matzes of matzemeel verschillende zoete en hartige bereidingen te maken.

>

Zelfs de burgemeester spreekt nu ‘Jodenhoeks’

Gappen, geintje, schlemiel, mesjokke. Als dat geen algemeen-plat-Amsterdams is. Om preciezer te zijn, het is Jodenhoeks. Die Mokumse spreektaal is hier al eeuwen ingeburgerd. Maar waar komen die woorden en uitdrukkingen toch vandaan?

>

Protesteert tegen de Afschuwelijke Jodenvervolging

25 februari 1941. Nog voor zonsopgang komen de eerste reizigers het Amsterdamse Centraal Station binnenlopen. Het zijn werkverschaffingarbeiders, die op weg zijn naar Baarn en Amersfoort. Voor de ingang van het station hebben zij een stakingsmanifest gekregen.

>