Wie wil weten waarvoor brandspuithuisjes dienden, waarom de Bavotoren een bedstee herbergt en wie Jetje was, kan deze zomer in De Hoofdwacht zijn licht opsteken bij de tentoonstelling ”t Sant brandt! 333 jaar Haarlemse brandweer’.
Elke maand plaatst het Regionaal Archief Alkmaar een bijzonder archiefstuk uit de collectie in de schijnwerpers. Deze keer: een grote verzameling zogeheten brandspuitpenningen. In het archief van de Alkmaarse brandweer wordt een map bewaard met daarin meer dan 130 penningen. Het zijn metalen ‘muntjes’ in allerlei soorten en maten met daarop een nummer, tekst en soms ook een afbeelding. Met zulke penningen – brandspuitpenningen genoemd – kregen brandweermannen toegang tot een plek waar brand was én konden ze bewijzen dat ze waren komen opdagen om te blussen. Brandspuitpenningen waren vanaf de late zeventiende eeuw tot in de twintigste eeuw in gebruik.
Het is een zonnige zomerdag in 1971 als één van de reactoren op de latex-afdeling van het chemische bedrijf Marbon begint te lekken. Een heftige explosie volgt, met rampzalige gevolgen. Voor de Amsterdamse brandweer betekent het de grootste ramp sinds de Tweede Wereldoorlog.
De 35 meter hoge watertoren van Laren van architect Wouter Hamdorff torent hoog boven de Westerheide uit. Wat maar weinig mensen weten is dat de Larense watertoren zorgde voor een belangrijk deel van het drinkwater voor het Gooi. Nu heeft de toren geen functie meer: het water wordt met pompen getransporteerd. De plaats is nog wel een centraal verdeelpunt in het Gooi.
Voor 1950 was de brandweer van Marken een plichtbrandweer die bestond uit weerbare mannen die niet in militaire dienst waren en daarom op het eiland moesten werken. Wie geen interesse had kon zich afkopen door storting van van 25 gulden in de gemeentekas. Wanneer deze plicht werd ingesteld kon men in de stukken niet meer terug vinden. Deze brandweer kwam eenmaal per jaar bijeen en ontving daar kwartje per uur voor. Een brand kan ik mij nog wel herinneren, in 1946 tijdens het bevrijdingsfeest op het kerkplein. Een vuurpijl was terecht gekomen in een hooistolp en dat was brand. Dit alles tijdens het gemaskerd bal dat plaatsvond naast de hooistolp. Even later liepen alle deelnemers met een masker op emmertjes water door te geven om de brand te blussen.