Portretten
Het Rijksmuseum bezit drie olieverfportretten van Uppink, die vooral naam heeft gemaakt met geschilderde behangsels in Amsterdamse grachtenpanden en twee woonhuizen in Zaandijk. Het Honig Breethuis biedt het enig publiek toegankelijke behangselensemble. Dit was voor het Rijksmuseum aanleiding om de drie portretten voor langere tijd uit te lenen. ‘Een beter passende plaats is niet denkbaar,’ aldus Josephina de Fouw, conservator 18e-eeuwse Nederlandse schilderkunst van het Rijksmuseum.
Het betreft een vermeend zelfportret uit 1788 en een portret van Uppinks broer Harmanus, die vooral bekend werd als schilder van bloemstillevens. Het derde portret toont een dame in een biedermeier interieur en is gedateerd 1833. Wie de dame voorstelt, is niet bekend, vermoedelijk behoorde zij tot de naaste kring van de schilder. Mogelijk gaat het om Hendrica Josina Noorthout met wie Uppink in 1800 trouwde. De portretten stammen uit de nalatenschap van Hendrika Josina Uppink (1843-1927), een kleindochter van de schilder.
Nieuwe ontdekkingen
Eind vorig jaar ging de jubileumexpositie van start met de presentatie van een fraai geïllustreerd boek over Uppink. Naar aanleiding hiervan doken drie tot nog toe onbekende werken op van de kunstenaar: een tekening van een landschap met visser uit 1792 en twee geaquarelleerde tekeningen, gemaakt op de buitenplaatsen Brakelsbosch en Beekhuizen.
De oorspronkelijke expositie omvatte onder meer twee landschapsstudies, vervaardigd op het landgoed Beekhuizen: een zicht op de vijver van Beekhuizen met waterval uit de collectie van het Frans Hals Museum (vervaardigd op papier met het watermerk van de firma C. & J. Honig Breet) en een zicht op de salon van Beekhuizen vanaf het zuiden, een bruikleen van het Gelders Archief. De nieuw ontdekte studie uit Beekhuizen vertoont grote verwantschap met de aquarel uit het Gelders Archief, waarbij de beschouwer het paviljoen, dat bekend stond als de salon, heeft benaderd. Op de voorgrond zit een tekenaar met schetsboek langs de beek, tegemoet getreden door een wandelend paar met hond. In de nieuw ontdekte tekening heeft het paar met hond plaatsgemaakt voor een heer. In beide versies staat er op de brug naar de salon een paar met kind en ook nabij het paviljoen zijn figuren te zien.
Koepel
Het toeval wil dat het gezin Breet, de toenmalige bewoners van het Honig Breethuis en opdrachtgever van het behangselensemble, buitenplaats Beekhuizen uit eigen ervaring kende. In een reisjournaal uit 1809 lezen we: ‘Den volgenden dag, zijnde Woensdag den 13de half elf uuren gereden na Beekhuizen, besigtigde de fonteinen en watervallen, onder de laatste bevindt zich er een waterval [die] 28 voeten bedraagt, en zich in een beekje stort, en aan het einde van het beekje heeft men een Koepel, waarvan men een fray gezigt op dien waterval heeft. Deze Koepel staat open voor ieder, zelfs kan men er den geheelen dag gebruik van maken, mids men hem vooraf bespreekt, en de eigenaars er zelfs geen gebruik van maken.’
Met enige fantasie zien we in de wandelende figuren rond het paviljoen en langs de beek de familie Breet en de kunstenaar zelf. Dankzij de bereidwilligheid van de bruikleengevers doet zich de unieke gelegenheid voor de aquarellen bijeen te zien.
Boek en bezoek
Het Honig Breethuis is voorlopig alleen geopend op zondagmiddagen van 12.00 tot 16.00 uur. Het reserveren van een aanvangstijd is nodig voor uw bezoek. Ook voor Leden, Museumkaarthouders en andere passen. Een aanvangstijd kunt u boeken door op de link reserveren te klikken.
Het boek Willem Uppink (1767-1849), behangselschilder is te koop in het Honig Breethuis en bij de gerenommeerde boekhandel of te bestellen via de museumwinkel.
Bron: Honig Breethuis
Publicatiedatum: 02/07/2020
Vul deze informatie aan of geef een reactie.