Jessy Meijer-Costa, een van de schenkers, herinnert het zich nog goed: “Er was een wedstrijd wie het mooiste jurkje had. Eigenlijk zou Dieuwertje winnen, maar sommige mensen stoorden zich aan de Sovjetvlag achterop haar jurkje.” Daarom ging Janny, met haar jurkje waarop het Zweedse Rode Kruis bedankt werd, er met de eerste prijs vandoor.
Sluitstuk van een zware tijd
De vrolijke foto markeert het sluitstuk van een zware tijd. Janny en Betty zijn niet zo maar op familiebezoek bij hun neefje en nichtjes in de Cornelis Trooststraat, maar wonen al een jaar bij ze in. Hun vader Cor en (Joodse) moeder Beb zijn communistische verzetsmensen. In mei 1944 worden ze opgepakt bij een inval thuis in Amsterdam-Zuid.
Cors zus Dieuwertje – een weduwe met drie jonge kinderen – aarzelt geen moment en neemt de zusjes in huis. Daar worden Janny en Betty liefdevol opgevangen, totdat hun ouders terugkeren uit Duitse kampen.
Vier jurkjes 79 jaar na de bevrijding weer samen te zien
Het is ook hun tante die – als de oorlog eenmaal voorbij is – eigenhandig de feestkledij voor de vijf kinderen maakt. Het broekpakje van Wim – versierd met distributiebonnen – is niet bewaard gebleven, maar de vier jurkjes hebben de tand des tijds goed doorstaan. Jessy Meijer-Costa en Janny Schaperkotter-Leegwater – de enige nog in levende zijnde kinderen van de foto – schonken ze eerder dit jaar aan het Verzetsmuseum. Daar zijn ze binnenkort 79 jaar na dato weer samen te zien.
Bron: Verzetsmuseum Amsterdam
Publicatiedatum: 24/04/2024
Vul deze informatie aan of geef een reactie.