Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Presentatie Februaristaking in het Verzetsmuseum

Het Verzetsmuseum tegenover Artis toont komende maand enkele recente aanwinsten die nog onbekende aspecten van de Februaristaking op 25 en 26 februari 1941 belichten.

De stakers kwamen vooral uit Noord-Holland. De staking begon in Amsterdam en breidde zich uit naar de Zaanstreek, Haarlem, Velsen, Weesp, Hilversum en de stad Utrecht. In de Brabantse stad werden posters geplakt met de mededeling dat de Wehrmacht vanwege de stakingsonrust op 26 februari het gezag in Noord-Holland had overgenomen. Op die manier hoopte men verspreiding van de onlusten te voorkomen.

Op de poster zijn overigens kleine oranje papiertje geplakt met teksten als ‘Leve Amsterdam’ en ‘Nederland vrij!’. Die strijdbare papiertjes waren volgens de politie van Breda het werk van plaatselijke communisten. De communisten hadden immers een groot aandeel in de Februaristaking, omdat ze bij het uitbreken van de oorlog al goed georganiseerd waren.

Kennisgeving van de Wehrmacht, met twee oranje verzetsstickers. Beeld via Verzetsmuseum Amsterdam.

Ook interessant is een met de hand geschreven brief, die onlangs werd aangetroffen in een boek dat op een rommelmarkt is aangetroffen. De brief beschrijft de volkswoede die de behandeling van de Joden had opgeroepen, wat aanleiding tot de staking was, en somt op welke bedrijven stil werden gelegd:  ‘N.S.F., Fokker, Scheepsbouw, Werkspoor, tram, Bijenkorf, banken, gemeentebedrijven.’

De brief is geadresseerd aan het Nederlandse consulaat in Lissabon, in de hoop dat het via het neutrale Portugal de regering in ballingschap in Londen zou bereiken. De brief is daar nooit aangekomen, omdat het volgens een stempel op de enveloppe door de Duitse censuur in Berlijn aan de niet bestaande afzender terug is gestuurd. Wie de brief heeft geschreven, onder het pseudoniem Tijl Uilenspiegel, hoopt het museum nog eens te achterhalen.

Al vrij snel na de staking, op 4 maart 1941, werden drie Februaristakers met 15 andere mensen uit het verzet op de Waalsdorpervlakte doodgeschoten. Jan Campert, vader van Remco, schreef daar het beroemde verzetsgedicht ‘Het lied der achttien dooden’ over. Eén van die doden was de communist en kunstenaar Eduard Hellendoorn, die bij de poort van metaalbedrijven in Amsterdam-Noord tot staken had opgeroepen.

Zelfportret van de strijdbare kunstenaar Eduard Hellendoorn, 1931. Beeld via Verzetsmuseum Amsterdam

Het Verzetsmuseum verwierf recent enkele zelfportretten van de kunstenaar en zijn afscheidsbrief, waarin Hellendoorn aan zijn moeder schrijft: ‘Treur er  niet om angst hebben wij niet.’ Verder schrijft hij: ‘Ik heb als mensch geleefd met idealen en heb voor anderen ook gedaan wat ik kon.’

De compacte presentatie is vanaf 23 februari t/m 23 maart 2023 in het Verzetsmuseum, Plantage Kerklaan 61, te bekijken.

Auteur: Arnoud van Soest

Bron: Verzetsmuseum

Publicatiedatum: 21/02/2023

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

1 reactie
  • Dick Bais schreef:

    Op de website mijngelderland staat dat Hellendoorn bij Elsevier werkte en daar verraden is. Zijn zoon woont nog in Putten

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.