
Naast de vergoeding die een museum krijgt per Museumkaartbezoek heeft een bezoek een positief effect op de inkomsten uit horeca en de museumwinkel. Uit eerder onderzoek van de Museumvereniging blijkt dat Museumkaarthouders circa drie keer zo vaak naar een museum gaan dan als zij die kaart niet hadden gehad.
De meerbezoekfactor onder jongvolwassen – tussen 19 en 35 jaar – kaarthouders ligt met circa 3,5 nog hoger dan gemiddeld. Zonder Museumkaart zou het aantal museumbezoekers naar verwachting 23 procent lager liggen en de inkomsten uit bezoekersbestedingen met 16 procent dalen. Bovendien nemen Museumkaarthouders niet-kaarthouders mee bij bezoek, dat leidt tot 0,7 miljoen extra bezoeken. In 2023 kwam het totaal aan meerbezoek uit op 6,9 miljoen.
Gemiddeld bezocht een Museumkaarthouder 6.4 musea met zijn Museumkaart in 2024. Dat is iets minder dan in 2023 toen een Museumkaarthouder gemiddeld 6,6 museumbezoeken aflegde. Doordat het aantal Museumkaarthouders is gestegen is te zeggen dat Museumkaarthouders gemiddeld (iets) minder naar het museum zijn geweest maar dat er juist meer mensen museumbezoeken hebben afgelegd.

Museumbezoeker met VR-bril. Via Monumentaal.
Verbreding zet door
“Met de Museumkaart streeft de Museumvereniging ernaar om zoveel mogelijk verschillende mensen musea te laten bezoeken“, zegt Vera Carasso, directeur van de Museumvereniging en de Stichting Museumkaart. “We zien dat de verbreding van het publiek doorzet. Dat is goed nieuws voor de sector. De Museumkaart is met gemiddeld anderhalf miljoen houders en een bijdrage van 75 miljoen euro aan de musea een stabiele en belangrijke factor in het culturele landschap”.
In september 2025 publiceert de Museumvereniging de definitieve bezoekcijfers in de publicatie Museumcijfers 2024.
Bron: Monumentaal
Publicatiedatum: 04/03/2025
Vul deze informatie aan of geef een reactie.