Voor Ben de Vries van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, een van de drijvende krachten achter het European Cold War Heritage Network, is het tweedaagse bezoek aan Soesterberg een van de hoogtepunten van het netwerk na vier online webinars: “De focus op de Koude Oorlog begon aanvankelijk met een opdracht van het Ministerie van OCW om ‘potentieel Koude Oorlog-erfgoed’ in Nederland in kaart te brengen. Dat betekende dat we moesten gaan kijken naar historische objecten, ensembles en infrastructuur, maar ook dat we contact moest zoeken met andere landen”, legt hij uit terwijl de gids de groep over de voormalige militaire basis leidt.
Twee jaar geleden maakten RCE-directeur Susan Lammers en De Vries hun interesse in erfgoed uit de Koude Oorlog kenbaar aan andere leden van het European Heritage Heads Forum (EHHF), een informeel netwerk van directeurs en experts van grote erfgoedorganisaties. En met succes, want het European Cold War Heritage Network kwam eruit voort. “Verbinding maken met andere landen is essentieel om het bewustzijn over dit soort erfgoed te vergroten”, zegt De Vries. “De Koude Oorlog is gedeeld erfgoed. Europeanen aan beide kanten van het voormalige IJzeren Gordijn hebben ermee te maken, ook al hebben we misschien verschillende perspectieven op die periode.”
Verschillende perspectieven
In vergelijking met De Vries heeft zijn Letse collega Asnāte Ziemele inderdaad een heel andere kijk op de Koude Oorlog: “Ik had geen idee dat mensen in West-Europa bang waren voor een Sovjetinvasie. Bij ons in Letland was het andersom: de Russen leerden ons bang te zijn voor de Amerikanen”, legt ze uit terwijl we door de smalle gangen van een betonnen personeelsbunker lopen.
Als het gaat om het behoud van het erfgoed van de Koude Oorlog, ziet Ziemele ook verschillen: “Er is in Letland heel weinig bewaard gebleven uit deze tijd omdat we over het algemeen niet zo positief terugkijken op deze periode. We hebben nog slechts een paar Sovjetbunkers, en zijn ook nog per ongeluk goed bewaard zijn gebleven. Ze zijn namelijk gebouwd in de jaren negentig, vlak voor de ontbinding.” Maar ze ziet dat de belangstelling voor dit erfgoed aantrekt: “Tegenwoordig worden er succesvolle rondleidingen over militair erfgoed georganiseerd, waaraan zowel buitenlandse toeristen als Letten deelnemen.”
Ontoegankelijk
Niet alle erfgoedbureaus in Europa hebben de tijd of middelen om in hun land met erfgoed uit de Koude Oorlog om te gaan: “Geen wonder, ze hebben andere urgente zaken aan hun hoofd, zoals duurzaamheid of het klimaatbestendig maken van erfgoed”, merkt De Vries op. “En veel dingen over de Koude Oorlog zijn verborgen, verboden of vergeten. Het is niet echt toegankelijk.”
Toch merkt De Vries dat erfgoedorganisaties meer met de Koude Oorlog willen doen: zo besluiten steeds meer van hen de halfjaarlijkse webinars van het netwerk bij te wonen. “We proberen samen onze kennis over dit onderwerp te verbreden, en te leren van meer ervaren organisaties en landen zoals Denemarken en het Verenigd Koninkrijk.” Het bespreken van behoud- en beheer van erfgoed hoort daarbij, maar er gaat niets boven discussie en uitwisseling ter plekke: “Dit tweedaagse bezoek is zeer inspirerend”, zegt De Vries.
Dat valt meteen op wanneer de groep een voormalige Amerikaanse commandobunker betreedt. Een replica van het aanvalsplan van het Warschaupact op West-Duitsland, Denemarken en Nederland wordt meteen herkent door een van de Deense deelnemers: “Het is niet het daadwerkelijke aanvalsplan, maar deze kaarten zijn getekend als militaire oefening.” Vervolgens legt hij tot in detail uit hoe je de kaart kunt lezen. “Ongelooflijk”, lacht onze gids. “Ik wist dit niet, en ik geef al jaren rondleidingen.”
Relevante vragen
Het tweedaagse bezoek is niet alleen bedoeld om historische voorwerpen en plekken te bewonderen, erfgoed uit de Koude Oorlog wordt namelijk steeds relevanter in het maatschappelijke debat. “Door bepaalde gebeurtenissen, zoals de situatie in Oekraïne, zijn mensen tegenwoordig meer geïnteresseerd als ze horen over de oude militaire bunkers en schuilplaatsen in bijvoorbeeld Soesterberg”, zegt De Vries. “Ze vragen zich af: ‘Wat moeten we ermee? Moeten we ze gaan hergebruiken in geval van het ergste? Of ze ombouwen tot musea, culturele werkplaatsen of tijdelijke kantoren?’ Makkelijker gezegd dan gedaan, want de meeste van deze gebouwen zijn niet eens veilig om te betreden, laat staan om te gebruiken.”
De Vries denkt dat het European Cold War Heritage Network kan helpen bij het vinden van antwoorden: “Naarmate meer landen toetreden, kunnen we meer onderwerpen verkennen. Onze volgende focus is bijvoorbeeld Koude Oorlog-erfgoed in Zuid-Europa.” In de toekomst zou De Vries graag zien dat het netwerk conferenties gaat organiseren en publicaties coördineren om antwoorden te vinden. “Want ondanks dat het zo jong is – slechts 30 jaar oud – is erfgoed uit de Koude Oorlog ongelooflijk relevant voor vandaag de dag.”
Bron: De Erfgoedstem
Publicatiedatum: 18/12/2022
Vul deze informatie aan of geef een reactie.