Jobbe Wijnen, BOEi: “Wanneer je een gebouw een nieuwe bestemming geeft, dan moet je ook iets doen met de verbinding die mensen met zo’n plek hebben. Zeker bij zo’n gebouw als de Clemenskerk, dat een belangrijke plaats ingenomen heeft in het leven van de parochianen. De kerkelijke gemeente was een hoeksteen: mensen maakten er alles mee, van hun geboorte, doop, communie, alle feestdagen, tot en met hun huwelijk en de begrafenismissen van familie en vrienden. Die verhalen wilden wij ontsluiten en publiceren.”
De verzamelde verhalen gaan niet zozeer over de kerk, maar in feite over het leven waarvan de kerk en de wijk het decor was. Op een vertelster van oudere leeftijd hadden vooral de Fröbelschool en de meisjesschool in de Bloemenbuurt een diepere indruk gemaakt en ook het dansen in het gebouw van De Lelie met Carnaval vond zij belangrijk over te vertellen. Iemand anders vertelde uit eigen ervaring over ‘de filmbrand’ in de jaren dertig van de vorige eeuw; een zeer heftig ongeval waarover al veel geschreven is in Hilversum en waar zij met haar zus miraculeus aan de dood ontsnapte.
Een belangrijke verhalen- en fotobron was mevrouw van Hamersveld uit de Irisstraat. Wijnen: “Zij heeft het grootste deel van haar leven naast de kerk gewoond en we durven haar zonder schroom een belangrijke historica voor de wijk te noemen. Ze beheert een flink archief, waarin ze onder andere bijhoudt hoe de wijk is veranderd en wie er in welk huis woonde. Fraai zijn haar foto’s van de verdwenen scholen in de Iris- en Leliestraat, gesloopt rond 1980 toen niemand nog nadacht over herbestemmen. Van Hamersveld had ook een verhaal over haar moeder en over hoe de Duitsers de kerkklok stalen in de Tweede Wereldoorlog.“
“Bijzonder voor mijzelf was de ontmoeting met Gerard van der Veer”, vervolgt Wijnen. “Ik kwam bij hem met een notitieblok en audiorecorder om alles later uit te kunnen werken, maar zelf wilde Van der Veer me zijn gedichten vooral voordragen, waarbij hij ook afbeeldingen liet zien. Het was helemaal niet zijn intentie dat ik die dan allemaal zou publiceren! En zo gebeurde ook: het was heel beeldend en gevoelig verwoord verhaald, mooi om mee te mogen maken. Uiteindelijk mochten we toch een klein stukje online zetten.”
Over de kerk zelf ging het in de gesprekken eigenlijk verrassend weinig, daarvoor was de kerkgang zelf kennelijk te dagelijks. Sommigen vertelden over een pastoor of kapelaan waar zij goede ervaring mee hadden, of over de mis en natuurlijk het eeuwige biechten in de biechtstoel. Maar wanneer een oom tot Priester werd gewijd, dan hadden mensen wel weer iets te zeggen, want dat was 50 jaar geleden nog een hele eer. Wijnen: “Wat ook naar voren kwam, waren verhalen over de rangen en standen die in de kerk vroeger een rol speelden: de rijken zaten vooraan, de armen altijd achteraan. Dat iemand van 91 het daar nog altijd over heeft, geeft voor mij wel aan hoeveel lijden die klassenverschillen in zo’n wijk ook hebben veroorzaakt.”
Deze maand wordt het project afgerond. De verhalen zijn te lezen op de website van BOEi. BOEi onderzoekt met de gebruiker van de Clemenskerk, Saskia de Wit van Flight Deck 53, in hoeverre de verhalen ook in de kerk kunnen worden weergegeven, zodat ook de nieuwe generaties ‘springende’ kinderen in Flight Deck 53 er iets van mee kunnen krijgen.
Bron: BOEi
Publicatiedatum: 15/06/2020
Vul deze informatie aan of geef een reactie.