Het festival dat “mensen wil verlichten in de donkere dagen,” zoals directeur Frédérique ter Brugge het verwoordde tijdens de opening van de elfde editie, bestaat uit twintig lichtsculpturen, die je in een rondvaartboot of al wandelend kunt bekijken.
Varen of wandelen
Hoewel een aantal kunstwerken dit jaar ook overdag is te bewonderen, komen de luchtsculpturen in het donker verreweg het beste tot hun recht. En hoewel de organisatie van het festival graag ziet dat we een kaartje kopen, voor een rondvaart of een wandeltour, en daarmee een deel van de kosten te dekken, gaat het in principe om een voor iedereen toegankelijk festival in de openbare ruimte.
De Amsterdamse wethouder voor kunst, Touria Meliani , benadrukte dat bij de opening. “Ik denk dat heel weinig mensen zich realiseren dat kunst niet voor iedereen toegankelijk is. De drempel is vaak hoog.” Ze was dan ook blij dat het festival het mogelijk maakt om van lichtkunst en gebouwen in de stad te genieten.
Montelbaanstoren
Eén van de historische gebouwen die door een lichtkunstwerk wordt verlicht, is de Montelbaanstoren, waar honderden fluoriscerende draden het water van de Oudeschans overspannen. De toren werd in 1516 gebouwd, na een aanval van de hertog van Gelre op de achterliggende wijk Lastage, die bij die gelegenheid volledig werd platgebrand.
Vervolgens werd er een uitkijktoren gebouwd, waardoor je de vijand over de Zuiderzee beter kon zien aankomen. De toren dankt zijn naam aan de Hertog van Alva, die bij de toren een kasteel wilde bouwen, dat Monte Albano had moeten heten. In de volksmond werd de ‘Monte-Albaens-tooren’ al snel verbasterd tot Montelbaanstoren. En kreeg de toren ook nog een bijnaam, Malle Jaap, ‘omdat de klokken van de toren ooit op onregelmatige tijden spontaan begonnen te spelen’, zo vermeldt Wikipedia.
Verbeelding
Voor deze editie van het Amsterdam City Light Festival is story teller Cindy Moorman gevraagd een audiotour te maken, die aan boord van de rondvaartboten te horen is. Met die audiotour wil ze mensen vooral uitnodigen om hun fantasie en verbeeldingskracht los te laten op de lichtsculpturen.
Als voorbeeld van een lichtkunstwerk dat haar fantasie heeft geprikkeld, noemt ze een trap van licht die bovenop een universiteitsgebouw is geplaatst. “Heel hoog op een gebouw staat een kleine ladder van licht. Dat prikkelt je verbeelding. Waar kom ik terecht als ik die ladder beklim, of wie komt er uit de lucht van die ladder af dalen?”
Amstelvuur
Ook spectaculair vindt ze het kunstwerk bij het Amstel Hotel, dat door het rode licht wel iets wegheeft van een uitslaande brand. “Vuur heeft altijd iets hypnotiserends en door de reflectie in het water, lijkt het net of het gebouw in de brand staat.” Om er filosofisch aan toe voegen: “Maar vuur schept ook de ruimte om iets nieuws te maken.” Gelukkig gaat het hier om een kunstwerk, want als de morgen weer aanbreekt staat het Amstel Hotel nog fier overeind.
Maar ook het lichtkunstwerk onder een brug, dat sterk doet denken aan vuurvliegjes, kan haar wel bekoren. “Je ziet dat het lampjes zijn, maar door de manier waarop ze bewegen lijkt het net alsof je door een grot vaart waar wezentjes dansen, wat voor een magisch moment zorgt.”
Kijk hier voor meer informatie over het Amsterdam Light Festival.
Omslagfoto: Bridge 242 (Magere Brug) is een kunstwerk van Peter Vink. Foto: Janus van den Eijnden
Auteur: Arnoud van Soest
Publicatiedatum: 07/12/2022
Vul deze informatie aan of geef een reactie.