Na de opstand tegen de Spaanse heerschappij (1568-1648) werd het calvinisme de belangrijkste religieuze stroming in de noordelijke gewesten van de Nederlanden. Katholieke gelovigen werden vervolgd en mochten vanaf 1581 hun geloof niet meer in het openbaar belijden. Hun kerkgebouwen werden in beslag genomen en ze konden geen hoge openbare functies meer bekleden. Daarnaast werd het de katholieken zeer moeilijk gemaakt eigen onderwijs te geven. Dit had ook gevolgen voor het onderwijs in onze contreien.
In zowel Heemstede als Bennebroek was er één openbare lagere school, respectievelijk de Voorwegschool en de openbare school aan de Schoollaan. Tot het einde van de 19de eeuw gingen de katholieke jongens en meisjes uit Heemstede en Bennebroek naar deze dorpsscholen, waar een protestantse geest waaide. Tijdens de Bataafse Republiek (1795-1806) werd de scheiding van kerk en staat ingevoerd en was er geen onderscheid meer op grond van iemands religie. Dus kregen ook de katholieken gelijke rechten, waarmee er een einde kwam aan de illegale status van de katholieke kerk. Het onderwijs was een zaak van de overheid en moest voortaan neutraal zijn. Kerkelijk gebonden scholen waren dan ook niet meer toegestaan. Dit betekende overigens niet dat het openbaar onderwijs dat nu ontstond volledig zijn christelijke karakter verloor.

De dorpsschool van Bennebroek aan de Schoollaan, ca. 1940. Collectie Martin Bunnik.
Het ontstaan van katholieke scholen
De roep om katholiek onderwijs werd in de loop van de 19de eeuw sterker en dit leidde tot de vrijheid van onderwijs, vastgelegd in de grondwet van Thorbecke uit 1848. Het aantal katholieke scholen bleef gering, omdat de overheid alleen het openbare onderwijs subsidieerde. Wat ook speelde, was dat het episcopaat sinds 1853 druk bezig was met de opbouw van de kerkprovincies en zich nog weinig met onderwijs bemoeide. De situatie veranderde in 1864, nadat de paus de katholieken opriep voor eigen onderwijs te zorgen. Vervolgens spoorden de bisschoppen de gelovigen aan hun kinderen alleen nog maar naar katholieke scholen te sturen. Vanuit het episcopaat werd tevens druk uitgeoefend om het onderwijs aan jongens en meisjes te scheiden, met als gevolg dat er afzonderlijke scholen ontstonden.

De zusters franciscanessen van Bennebroek droegen een bruin habijt, met om hun middel een wit koord met drie knopen. Het koord staat symbool voor de franciscaanse geest en de knopen stellen de drie geloftes voor: armoede (geen bezittingen), gehoorzaamheid aan God en zuiverheid (ongehuwd). Foto uit 1932. Collectie Katholiek Documentatie Centrum.
In die 19de eeuw viel de katholieke arbeidersklasse overal buiten: ze ontving nauwelijks onderwijs en er was geen zorg voor ouderen en zieken. Bijstand van de overheid was er toen niet, dus was men aangewezen op zichzelf. Pastoors in dorpen en steden trokken zich het lot van hun gelovigen aan en klopten aan bij de katholieke congregaties voor hulp. In veel katholieke gezinnen kozen vaak een of meer kinderen voor het seminarie en/ of het klooster, omdat dit de enige mogelijkheid was een goede opleiding te volgen. Bovendien was het voor de ouders een eer als een van hun kinderen tot de kerk toetrad.
Ondanks de gebrekkige financiering nam in de tweede helft van de 19de eeuw het aantal katholieke scholen toe. Aan deze scholen waren meestal ook internaten verbonden. Die functioneerden weer als kweekvijver voor de vele katholieke congregaties die na 1853 overal ontstonden en zich maatschappelijk gingen inzetten op het gebied van ouderen- en ziekenzorg en ook onderwijs. Het aantal katholieke scholen steeg nog meer, nadat in 1920 de Wet op het Lager Onderwijs tot stand kwam, die bijzonder en openbaar onderwijs financieel gelijkstelde.

Kloostertuin van het Luciaklooster in Bennebroek. Collectie Jetty Tempelman.
Zorg en onderwijs
Als het kloosterleven na ongeveer drie eeuwen weer is toegestaan, verschijnen in korte tijd tientallen nieuwe kloostergemeenschappen. Vaak bracht een orde weer een nieuwe orde voort. Zo stichtten de Zusters van Breda in 1847 de congregatie van de franciscanessen van Rotterdam. Er ontstonden in de 19de eeuw wel zestien congregaties van de franciscanessen. Ter onderscheiding van elkaar werd de plaatsnaam waar het moederhuis stond aan de naam toegevoegd.
Oorspronkelijk zetten deze zusters zich in voor de ouderenzorg, maar al snel legde de congregatie zich toe op het verzorgen van allerhande vormen van onderwijs. Er kwamen meer vestigingen in Nederland, waaronder Bolsward in 1850. In 1898 werd in Heemstede de tweeëntwintigste vestiging van de franciscanessen geopend: het Sint Antoniusgesticht. In 1906 volgde Haarlem (Schoten) met twee fröbelscholen, drie lagere scholen, een ulo, een modevakschool en een piano- en kantooropleiding. In 1945 bezochten 1659 meisjes deze Haarlemse scholen. Een verdienste van de zusters is de introductie van het Montessori-onderwijs op hun scholen, waar kinderen zich kunnen ontwikkelen in hun eigen tempo. Ook op de kleuterschool in Bennebroek werd deze methode gebruikt.
In 1904 was het moederhuis in Rotterdam aan de Coolsingel te klein om alle novicen te kunnen huisvesten. (Een novice is iemand die voor de intrede in het klooster een proeftijd doormaakt.) De zusters gingen op zoek naar nieuwe huisvesting. Na jaren zoeken diende zich een kans aan. In Bennebroek waren op dat moment zusters van een andere orde, zusters van Sacré-Coeur, genoodzaakt hun pensionaat op te heffen, omdat deze instelling niet floreerde. Na lang onderhandelen kochten de zusters franciscanessen van Rotterdam in 1919 het door groen omgeven kloostercomplex. Op 1 mei 1920 werd het nieuwe moederhuis ingewijd en veranderde de naam van de congregatie in franciscanes- sen van Bennebroek. Het Sint Luciaklooster (zie kadertje) met de lommerrijke tuin in Bennebroek bood aan maximaal tachtig novicen een passende omgeving, waarin ze zich aan hun geestelijke vorming konden wijden. Rector Van den Heuvel werd de tweede rector van het moederhuis in Bennebroek.

Rector Van den Heuvel. Hij woonde buiten het terrein van het Sint Luciaklooster, in het huis Duinlust aan de Schoollaan. Overgenomen uit Franciscaanse zielenijver; de congregatie van Bennebroek 1847-1947. Gedenkboek bij gelegenheid van het eerste eeuwfeest.
De zusters franciscanessen in Heemstede
In de tweede helft van de 19de eeuw kregen ook de katholieken in Heemstede meer vrijheid, wat in 1852 resulteerde in de bouw van een bescheiden brei-, naai- en bewaarschooltje voor meisjes aan de Nieuwe Herenlaan (nu Kerklaan). Twee zusters van de franciscanessen van Steenbergen gaven er les. In datzelfde jaar ontstond de eerste protestantse school, de latere Nicolaas Beetsschool. In 1874 kwam het Sint Bavogesticht aan de Kerklaan tot stand met onder andere drie klaslokalen, waarin een brei-, naai- en bewaarschool. In die tijd telde Heemstede 2870 inwoners, waarvan 2104 katholiek. De zusters franciscanessen van Rotterdam (later van Bennebroek) namen de naai-, brei en bewaarschool over van het Sint Bavogesticht. De oorspronkelijke zusters van dit gesticht legden zich verder toe op het verzorgen van armen, bejaarden en de opvang van wezen. Het markante gebouw van het Sint Bavogesticht is in 1968 gesloopt.

Sint Bavogesticht aan de Kerklaan in Heemstede rond 1900. Afgebroken in 1968. Collectie Noord-Hollands Archief.
In 1899 openden de zusters franciscanessen van Rotterdam een lagere school voor meisjes, de Sint Antoniusschool. De school lag schuin tegenover het Sint Bavogesticht, hoek Kerklaan en de huidige Burgemeester van Lennepweg. Zeven zusters gaven er les. Later werd de naai- en breischool omgezet in een modevakschool. De katholieke jongens gingen vanaf 1904 naar de Sint Jozefschool aan de Herenweg. In 1918 werd de Sint Antoniusschool uitgebreid met een uloschool voor jongens en meisjes. In 1932 vond pastoor IJzermans de broeders van De La Salle bereid het ulo-onderwijs voor jongens van de zusters over te nemen in een nieuw gebouw aan de Herenweg (de Henricus-ulo) schuin tegenover de Bavokerk. Ook het onderwijs op de lagere school (Sint Jozefschool) werd in hetzelfde jaar door de broeders van De La Salle opgepakt. Het aantal inwoners van Heemstede groeide tussen 1900 en 1927 van 5000 naar 17.000, waardoor nieuwe katholieke scholen nodig waren. Zo ontstonden onder andere de Jacobaschool aan de Lanckhorstlaan en aan de Molenwerfslaan de Mariaschool voor kleuters, de Sint Aloysiusschool voor jongens en de Sint Augustinusschool voor meisjes, geleid door de zusters franciscanessen van Salzkotten uit Aerdenhout. In 1935 werden de Antoniusscholen (kleuter-, lagere, huishoud- en uloschool) van de zusters franciscanessen in Heemstede bezocht door in totaal 412 leerlingen en in 1945 was het aantal opgelopen tot 657.

Het Antonius gesticht. Links van het water ligt de Kerklaan en op de achtergrond de Bavokerk (ca. 1905). Het Antoniusgesticht is afgebroken in 1976. Collectie Noord-Hollands Archief.
De zusters franciscanessen in Bennebroek
Aan het einde van de 19de eeuw was het aantal katholieken in Bennebroek tamelijk groot, maar het ontbrak aan een katholieke kerk en scholen in het dorp. De katholieken waren aangewezen op de parochie in Vogelenzang. Het was de Vogelenzangse pastoor Scheiberling een doorn in het oog dat er in Bennebroek geen katholieke kerk en scholen waren en dat de katholieke kinderen de christelijke bewaar- en naaischool van dominee Gunning bezochten.
De pastoor kreeg voor elkaar dat er in 1894 een hulpkerk met een school in gebruik genomen werd. Het onderwijs werd verzorgd door de zusters van Sacré-Coeur (Heilig Hart) die in een apart woonhuis verbleven. Een jaar later gaven deze zusters opdracht een klooster en pensionaat voor tachtig jonge meisjes uit de deftige stand te bouwen, het latere Luciaklooster, met de daarbij behorende bewaarschool (kleuterschool), lagere school voor jongens en meisjes en een naai-, brei- en handwerkschool.

De rooms katholieke enclave buiten de dorpskern van Bennebroek, gebouwd tussen 1895 en 1900. Gezien vanaf de Meerweg: links de Heilig Hartschool (de latere Jozefschool), in het midden de Sint Jozefkerk met rechts de pastorie en daarachter het klooster (ca. 1900). Collectie Noord-Hollands Archief.
Een twaalftal zusters verzorgde het onderwijs. In 1896 werd de Sint Jozefschool (Heilig Hartschool) ingewijd door pastoor Scheiberling. Op de benedenverdieping waren de lokalen voor de kleuters, op de eerste verdieping die van de lagere schoolleerlingen en op de bovenste de naai- en breischool. Op de kleuter- en lagere school werd lesgegeven aan zowel jongens als meisjes.
In die tijd had Bennebroek 1165 inwoners, van wie de meesten katholiek waren. In navolging van de katholieke scholen werd er in 1904 op initiatief van de ambachtsvrouwe van Bennebroek de School met de Bijbel (de latere Willinkschool) opgericht. De nieuw gestichte, bijzondere lagere scholen gingen wel ten koste van het aantal leerlingen op de openbare school. In 1913 waren de lagereschoolleerlingen sterk verdeeld: 50 op de openbare school, 222 op de katholieke Jozefschool en 50 op de School met de Bijbel.

Leerlingen voor de school van het Heilig Hart (1907); later de Jozefschool. Collectie Martin Bunnik.
Het Bennebroekse pensionaat kende slechts een korte bloeitijd door gebrek aan voldoende pensionaires. De zusters van Sacré-Coeur besloten het ‘petit paradis du cher Benn’brock’ te verkopen aan de franciscanessen van Rotterdam. Die stichtten in het bestaande gebouw in 1920 hun Luciaklooster en de novicen namen de plaats in van de inwonende leerlingen. Direct na het betrekken van het Luciaklooster namen de zusters franciscanessen het katholieke onderwijs in Bennebroek over. Les werd gegeven in de Jozefschool die direct aan het Luciaklooster en de parochiekerk grensde. Spoedig daarna besloot het kerkbestuur een lagere school voor jongens te bouwen. De broeders van de congregatie De la Salle werden bereid gevonden les te geven. Zij waren het die inmiddels ook het katholieke onderwijs voor jongens in Heemstede op zich genomen hadden. De Franciscusschool werd in 1929 in gebruik genomen.

Rechts van het midden: de Jozefschool in Bennebroek; links de Franciscusschool (ca. 1940). Collectie Martin Bunnik.
In 1935 bezochten 351 leerlingen de scholen van de zusters franciscanessen in Bennebroek en tien jaar later was het aantal opgelopen tot 465. Na de Tweede Wereldoorlog was de congregatie op 35 plaatsen in Nederland gevestigd, met in totaal 16.700 leerlingen die de katholieke scholen van de zusters bezochten.

Op schoolreisje. Collectie Katholiek Documentatie Centrum.
Het einde
Rond 1960 veranderde de samenleving en het kloosterleven uit de vorige eeuwen paste niet meer bij die tijd. Weinig katholieken traden nog toe tot een kloostergemeenschap. Veel congregaties besloten vanaf die periode hun vestigingen in Nederland af te bouwen of te sluiten. De samenleving nam de verantwoordelijkheid voor het onderwijs en de zorg over. Leken namen de taken van de zusters over. De Mammoetwet met gemengde scholen werd in 1968 landelijk ingevoerd. In Bennebroek betekende het dat de Jozefschool fuseerde met de Franciscusschool. Een van de laatste scholen onder leiding van de zusters franciscanessen was de school voor beroepsonderwijs (voormalige huishoudschool) in Bennebroek die in het begin van de 21ste eeuw de deuren sloot.
De laatste 35 zusters franciscanessen van Bennebroek verlieten in 2007 het moederhuis (het Luciaklooster) en verhuisden naar Wijchen. De naam van de congregatie werd gewijzigd in franciscanessen van Sint Lucia. In het Luciaklooster werden luxe appartementen gerealiseerd.

Zuster Angeline geeft zangles in de Sint Luciaschool (1937). Collectie Katholiek Documentatie Centrum.
Auteur: Martin Bunnik
Bronnen:
- G. van Duinen, Geschiedenis van het onderwijs in Heemstede, deel II (1800-1954), Heemstede1954.
- J.W. Groesbeek, Bennebroek, beeld van een dorpsgemeenschap,1982.
- Jaap de Groot, 100 jaar katholiek onderwijs Bennebroek 1895-1995, 1995.
- Frans Heemskerk, Herinneringen aan een dorpsschool, St Franciscusschool 1929-2004, Bennebroek 2005.
- Henriëtte Laverman-Hoogervorst, Marga van der Wel-Boers, Luuk Dronkert, Klooster St. Lucia, een stukje paradijs in Bennebroek, 2006.
- Kees de Raadt, De Kerklaan; Het verhaal van een laan, Heemstede 1996.
- IJs Tuijn, Honderd jaar katholiek onderwijs in Heemstede, 2000.
- Franciscaanse zielenijver; de congregatie van Bennebroek 1847-1947. Gedenkboek bij gelegenheid van het eerste eeuwfeest.
- https://www.lucepedia.nl/dossieritem/katholiek-onderwijs/geschiedenis-van-het-katholiek-onderwijs-in-nederland
- https://nha.courant.nu
Dit artikel is eerder verschenen in HeerlijkHeden, het kwartaaltijdschrift van de Historische Vereniging Heemstede-Bennebroek, editie voorjaar 2025.
Publicatiedatum: 07/08/2025
Vul deze informatie aan of geef een reactie.