In een volle zaal in Museum Kaap Skil op Texel presenteerde Thijs Coenen, maritiem archeoloog bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), dinsdag 30 juli de resultaten van het onderzoek naar het Palmhoutwrak.
De provincie Noord-Holland wil voorkomen dat Nederlands maritiem erfgoed verloren gaat en pleit bij partijen in de Tweede Kamer voor een nationale aanpak. De stroming in de Waddenzee verandert: diepe geulen verplaatsen langzaam en spoelen zo steeds meer waardevolle scheepswrakken weg. Als er nu geen actie wordt ondernomen, verdwijnen er binnen 20 jaar vele schatten uit de Nederlandse geschiedenis.
Een team van Nederlandse en Engelse maritiem archeologen heeft begin september objecten in het scheepswrak van de Klein Hollandia (1653-1672) forensisch gemarkeerd. Deze nieuwe techniek betekent een stap vooruit in het beschermen van belangrijke historische wrakken. Door de markering zijn de scheepsonderdelen traceerbaar wanneer ze worden ontvreemd. Dit levert bewijsmateriaal op om in te zetten tijdens mogelijke rechtszaken.
Een maand voordat de Slag op de Zuiderzee 450 jaar geleden is doet de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) onderzoek naar mogelijke restanten van deze gebeurtenis. Dit vindt plaats op het Amsterdamse IJ, het Enkhuizer Zand en Wijdenes.
Vanaf maandag 5 juni doen maritiem archeologen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) twee maanden lang onderzoek aan het scheepswrak BZN9. Dit schip is in de 17e eeuw gezonken op de Reede van Texel en is ook wel bekend onder de naam ‘Twee kanonnenwrak’. Het wrak is onderdeel van het Rijksmonument Burgzand Noord, waar ook het beroemde Palmhoutwrak ligt.
De driedelige documentaire over de zeventiende eeuwse jurk die Texelse sportduikers in 2014 uit het Palmhoutwrak haalden (en de andere vondsten), zorgen waarschijnlijk voor het drukste jaar in de geschiedenis van het Texelse museum Kaap Skil. Reden voor een terugblik met conservator geschiedenis Alec Ewing.
Wat we tegenwoordig door de wc spoelen, was vroeger goud waard. Menselijke urine werd gebruikt voor het wassen en vilten van kleding en was daarmee eeuwenlang een onmisbaar onderdeel van de textielindustrie. Het zogenaamde ‘piskruikenwrak’ voor de kust van Texel, dat ooit honderden kruiken vol met urine bevatte, vormt het levende bewijs voor deze geurige geschiedenis.
Ruim twintig jaar geleden trof garnalenkotter Emmie een mysterieuze houten kist met kapmessen in haar net. Deze vondst vormde het begin van een lang onderzoek naar het zogenaamde ‘Schervenwrak’, dat in 1822 op de Rede van Texel verging. Het schip, dat met gereedschap en luxegoederen op weg was naar een suikerplantage in de koloniën, is nu onderwerp van een nieuwe tentoonstelling in archeologiemuseum Huis van Hilde.
Op 1 juli, de dag van de afschaffing van de slavernij, is de nieuwe tentoonstelling ‘Twee werelden in één wrak, fragmenten uit een koloniaal verleden’ bij Archeologiemuseum Huis van Hilde in Castricum met een act van theatermaker Wijnand Stomp officieel geopend. De tentoonstelling toont unieke objecten uit een gezonken plantageschip en vertelt het verhaal over de ‘dubbele lading’ die uit het wrak tevoorschijn kwam.
Vier voorwerpen, zogenoemde ‘artefacten’, afkomstig van wraklocaties van Nederlandse schepen in de Javazee, zijn naar Nederland overgebracht. Het gaat om een granaathuls en afsluiter van Hr.Ms. Kortenaer en een granaathuls en wijnfles van Hr.Ms. Java.
Je zou kunnen zeggen dat het een typisch 18e-eeuws ‘Lekker pûh’-verhaal is: een Engels oorlogsschip dat opstoomt naar een Nederlands slachtoffer, op een zandbank loopt en met al zijn wapentuig vergaat. Dat overkwam de HMS Apollo in 1799 voor de kust van Texel. Een aantal vondsten uit dit schip zijn binnenkort te zien bij Museum Kaap Skil.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) is een samenwerking gestart met de Kustwacht voor de bescherming van het maritieme erfgoed in het Nederlandse deel van de Noordzee. Het maritieme erfgoed betreft scheepswrakken die extra toezicht behoeven vanwege archeologische en historische waarde. Voor het in stand houden van deze scheepswrakken is toezicht en handhaving van belang.
In de jaren ’80 werd in de Waddenzee nabij Texel het wrak van een zeventiende-eeuws schip – de ‘Burgzand Noord 9’ – ontdekt. Het schip was vermoedelijk een straatvaarder die handel dreef met het Middellandse zeegebied. In 2013 is dit deel van de Waddenzee, waarin 16 scheepswrakken liggen, aangewezen als Rijksmonument. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) voert in het kader van de instandhouding van archeologische rijksmonumenten, diverse activiteiten uit om het erfgoed van Nederland te beschermen en te behouden. Vanuit deze missie heeft de RCE besloten dit wrak, dat bloot staat aan enorme (natuurlijke) erosie, op te graven om de kennis niet verloren te laten gaan en het maritieme erfgoed te behouden en te ontsluiten voor huidige en toekomstige generaties. De opmerkelijkste vondst tijdens het onderzoek is een enorme hoeveelheid scheepstouw.