Ruim duizend jaar geleden vestigden zich de eerste pioniers in het lege waterrijke gebied van de Schermer. Zij waren de drukker bevolkte duinstreek ontvlucht. Hier konden ze vissen om in hun levensonderhoud te voorzien. En ze konden er wat eten verbouwen. Maar ze moesten wel dijkjes opwerpen om droog te wonen. Wat je ook deed, het bleef hier moerassig. Dankzij de ligging, ver van de dichter bevolkte wereld, bleek Schermereiland ook aantrekkelijk voor doopsgezinden. Hier voelden ze zich betrekkelijk veilig. Deze sober levende, harde werkers hebben hun stempel op het eilandleven gedrukt.

Na de succesvolle drooglegging van de Beemster in 1612, werden in 1633 plannen gemaakt om de Schermer droog te leggen. Deze onderneming, waarbij de beroemde molenmaker en waterbouwkundige Jan Adriaanszoon Leeghwater was betrokken, werd in 1635 voltooid. Toen de meren om het Schermereiland heen waren drooggevallen, was het geen eiland meer.