‘Gelukkig verlost’
De vrouwen schrijven dat ze door Trijntjes hulp – naast die van God – één, twee of zelfs drie keer ‘gelukkig zijn verlost geworden’. Ze konden dus uit eigen ervaring zeggen dat Trijntje een vrouw was ‘van genoegzame kunde’. En als ze weer zouden moeten bevallen, dan zouden ze opnieuw door Trijntje geholpen willen worden. Omdat er ‘voor eene swangere vrouw veel aan een goede vroetvrouw gelegen is’, zagen de vrouwen dus graag dat Trijntje mocht aanblijven.
Discreet
Bij het stuk worden ook instructies voor een vroedvrouw bewaard, die in 1782 in zijn opgesteld in het Zuid-Hollandse Warmond. Wat het directe verband is met het verzoekschrift over Trijntje van der Oort is niet helemaal duidelijk, maar de instructies geven wel een mooie indruk van wat de overheid in die tijd van een vroedvrouw verwachtte. Zo moest de vroedvrouw te allen tijde bereid zijn iedere vrouw die haar hulp nodig had bij te staan – overdag en ’s nachts, bij goed en slecht weer – en mocht ze daarbij geen onderscheid maken tussen rijke en arme vrouwen. Ze moest altijd paraat staan en mocht het gebied niet zomaar verlaten. De vroedvrouw moest bovendien discreet zijn, en ‘alles secreet houden, en niets releveeren’ van wat er tijdens haar werk voorviel.
Bleef Trijntje?
Had het verzoekschrift van de Zijper vrouwen effect? Trijntje is in ieder geval in de Zijpe gebleven: ze overleed daar op 27 oktober 1831, 83 jaar oud. En in haar overlijdensakte staat als beroep ‘vroedvrouw’.
Bekijk het verzoekschrift van de vrouwen en de instructies voor de vroedvrouw in het archief van het waterschap Zijpe en Hazepolder.
Auteur: Mariëlle Hageman
Bron: Regionaal Archief Alkmaar
Publicatiedatum: 27/11/2021
Vul deze informatie aan of geef een reactie.