Huisterpen werden gemaakt om een boerderij hoog en droog te beschermen tegen het water. Veel van deze heuvels komen uit de elfde eeuw. Toen verlieten landbouwers en veehouders hogergelegen dorpen voor het open land, om daar te kunnen boeren. Een huisterp was daarbij onontbeerlijk in West-Friesland: door ontwatering en akkerbouw was een groot deel van de veenlaag die er ooit lag verdwenen. Het afvoeren van regenwater werd daarom een probleem en het water van de zee vond gemakkelijk zijn weg over het land.
Leven langs de Streekweg
Toen er steeds meer mensen in West-Friesland kwamen wonen ontstond de streekweg, een lange binnendijk die van Zwaag tot Enkhuizen loopt. Langs de streekweg werden kerken en huizen gebouwd en er groeiden lintdorpen als Enkhuizen, Lutjebroek, Bovenkarspel, Hoogkarspel en Zwaag.
Ook de huisterp aan het Westeinde, de toenmalige streekweg, werd in die periode opgeworpen, mogelijk al tussenĀ 1150 en 1175. In ieder geval is er bebouwing te zien op de plek van de terp, op een kaart van Jacob van Deventer uit 1560. Ook op een kaart van Johannes Dou uit 1650 en een kaart van de uitwaterende sluizen uit 1745 ontbreekt de terp niet, maar in 1826 tekent het kadaster de heuvel niet meer in.
Rijke vondst
De terp bestaat uit ophogingspakketten van veen en klei. In de eeuwen na de aanleg werd de terp minstens een meter opgehoogd. Elke verhoging is goed te onderscheiden van de vorige, doordat er steeds een vloer van lichtgrijze klei bovenop werd gelegd. Dit werd blootgelegd tijdens de opgravingen van Archeologie West-Friesland. Niet alleen deze lagen kwamen boven water. De archeologen vonden ook een trechterbeker uit het Duitse Siegburg, een zeventiende-eeuwse bakstenen waterput, drinkglazen, een glaszegel, pijpenkopjes en -stelen, een glazen kraal en het deksel van een tabaksdoos. Een rijke vondst dus!
Publicatiedatum: 01/06/2018
Vul deze informatie aan of geef een reactie.