Directeur Hans Stuijfbergen:
“Met minimale middelen maar maximale inzet van betrokkenen heeft het Museum van de 20e Eeuw in Hoorn zich de afgelopen 25 jaar bewezen. Ruim 1 miljoen enthousiaste bezoekers in de panden Bierkade 4 en 4a (1994-2011) en Krententuin 24 (2011-heden) zijn het bewijs. Jong en ouder, alle sociale klassen, uit Noord-Holland maar ook andere provincies en het buitenland. Met allerlei thema’s in brede permanente opstellingen en 120 succesvolle tentoonstellingen (van “Honderd jaar wonen” tot “De Hongerwinter”, van Barbie tot Playmobil, van “Het Fotoboek van de Eeuw” tot “De Beatles in Blokker”). En we hebben de grootste collectie huishoudelijke objecten van het land.”
Inmiddels loopt het Museum van de 20e Eeuw tegen de beperkingen van de huidige locatie aan, (met name ruimte, faciliteiten en bereikbaarheid) én wil ze verder groeien van de huidige 60.000 bezoekers per jaar naar minimaal 100.000 bezoekers per jaar. Stuijfbergen:
“Door verschillende doelgroepen op een nieuwe locatie beter te kunnen faciliteren kan niet alleen het bezoekersaantal omhoog, maar ook de beleving, de gemiddelde bezoekduur, de omzet per bezoeker én kunnen de talloze zaken die nu niet worden gepresenteerd wel getoond worden. En hoeft er geen nee tegen relevante schenkingen te worden gezegd –nu moeten al veel objecten elders opgeslagen worden-, kunnen thema’s en tentoonstellingen semipermanent getoond worden. Zijn scholen en ouderen die met de bus komen gastvrij te ontvangen, kunnen bezoekers (veel 65+ en mindervalide) bij het museum parkeren en zijn we per openbaar vervoer bereikbaar. Dan kunnen we gezelschappen een lunch aanbieden en kunnen we groeien naar een museum met nationale uitstraling.”
De museumdirecteur vervolgt:
“Onze wens is om als museum een nog breder beeld van de Nederlandse samenleving te geven. Een beeld dat voor bezoekers uit binnen- en buitenland interessant is. In onze nieuwe opzet ontdekken gasten de belangrijkste ontwikkelingen in de afgelopen 100 jaar: Van de bouw van de Afsluitdijk en de Deltawerken, van de polders (van de Wieringermeer tot Flevoland), van de mijnbouw in Limburg tot de gasvondsten in Groningen, van ons veranderende landschap door bijvoorbeeld de verkaveling tot de komst van Vinex-wijken. Met filmprojecties en diorama’s kunnen we dit inzichtelijk maken en bij interactieve kaarten kan men zoeken naar de haven van Rotterdam, de bollenvelden in West-Friesland of de grachten van Amsterdam bekijken.”
Stadhuis als museum
In de optiek van het Hoornse museum voldoet het huidige stadhuis van Hoorn optimaal aan de eisen die het Museum van de 20e Eeuw stelt om te groeien tot een museum met nationale allure en meer dan 100.000 bezoekers per jaar.
“Onze museumstichting ziet kansen om dat museum te exploiteren op basis van de huidige opzet en structuur die zich inmiddels 25 jaar heeft bewezen. We hebben alle voor- en nadelen op een rij gezet en zien alleen maar voordelen voor ons en de stad en regio. Ook hebben we nog overleg met een ander museum dat prima bij ons aansluit maar ook dringend op zoek is naar een ander pand. Met die samenwerking zou Hoorn helemaal als MuseumStad op de kaart worden gezet!”
Het museum heeft ook nagedacht over wat er met hun huidige 12 zalen op het Oostereiland zou kunnen gebeuren.
“Wij huren dit van de Gemeente Hoorn en hebben zeker ideeën over een eventueel andere invulling. Maar misschien zijn er nog andere ideeën in de stad.”
Of de verhuizing financieel haalbaar is, kan Stuijfbergen nog niet zeggen.
“De cijfers die te maken hebben met renovatie of verhuizing van het Hoornse stadhuis zijn geheim en alleen bij de Gemeenteraad en B&W bekend. Zij moeten een beslissing nemen en bepalen wat ze met het huidige gebouw willen. Slopen lijkt ons zonde en ons museum kan goed uit de voeten met het complex. We vonden dat we als Hoorns museum nu wel onze ideeën naar buiten moesten brengen en hopen dat er op zijn minst overleg volgt.”
Hans Stuijfbergen:
“We denken dat dit monument uit de 20e eeuw een prima plek is voor ons museum. En dat juist een stadhuis veel kansen biedt. De bordjes en pijlen naar de verschillende afdelingen kunnen blijven hangen… Op de Afdeling Onderwijs komen enkele klaslokalen uit verschillende decennia met filmbeelden over de veranderingen in het onderwijs. Bij de Afdeling Verkeer komen statistieken met miniatuur (brom)fietsen en auto’s die de toegenomen mobiliteit weergeven. En eindelijk kan onze hele collectie brommers, fietsen, driewielers en kinderwagens getoond worden. Op een verkeerspleintje leren jeugdige bezoekers op driewielers de regels in het verkeer.”
Bij de Afdeling Burgerzaken wordt de Selectiemachine teruggeplaatst die het museum in bruikleen heeft van de gemeente. De ontwikkeling van het kantoor in de 20e eeuw met o.a. de komst van de computer wordt hier uitgebreid getoond. Maar ook hoe de samenstelling van onze bevolking is veranderd en hoe talloze culturen hun eigen plek hebben gevonden.
In de Trouwzaal worden ontwikkelingen rond het huwelijk en relaties getoond. Over geboortebeperking, over de Pil en abortus, over de invloed van de kerk, over stemrecht en emancipatie. Een prachtige collectie van honderden Westfriese trouwfoto’s uit de twintigste eeuw krijgt met trouwjurken en –kostuums hier ook een mooie plek.
In de Raadszaal horen en zien bezoekers hoe de democratie in ons land is georganiseerd. Scholieren leren wat een wethouder, burgemeester of ambtenaar doen en welke rol politici hebben. Ze mogen zelfs achter een katheder plaats nemen en de aanwezigen via de microfoon toespreken. De Raadszaal wordt tevens gebruikt voor de ontvangst van groepen en voor het tonen van multimediapresentaties.
Bij de Afdeling Sport en Recreatie wordt de vrijetijdsbesteding in de afgelopen honderd jaar uit de doeken gedaan. Beroemde sporthelden komen in beeld, maar ook de Olympische Spelen in 1928.
Bij de Afdeling Wonen en Verhuizen komt de enorme bevolkingsgroei dynamisch in beeld. Talloze interieurs met woon- en slaapkamer, badkamer en keuken geven een beeld van wonen in de afgelopen honderd jaar. De trek naar de stad, de komst van flats en woontorens, de Overloop, Groeikernen en meer komen aan bod.
Bij de Afdeling Cultuur wordt inzichtelijk gemaakt wat er op dit vlak allemaal veranderde. Van toneelgezelschappen tot fanfares. Radio-, televisie- en filmfragmenten geven een inzicht in de grote veranderingen. Bijbehorende apparatuur is interactief opgesteld.
Monument van de jaren ‘70
De ontwikkeling van de Nederlandse samenleving kan volgens het Museum van de 20e Eeuw prima in het stadhuis getoond worden. En in een stadhuis met de typische jaren ‘70 architectuur zeker. Museumdirecteur Hans Stuijfbergen:
Talloze voorzieningen kunnen bij de nieuwe functie van museum gehandhaafd blijven. Van de receptie met ontvangstbalie tot het restaurant met keuken. Van de brandmeld- en inbraakinstallatie tot de stellingen in het archief. Van de telefooncentrale tot de omroepinstallatie. Van de liften tot de toiletgroepen. In de kelders kan het museumdepot en de technische dienst komen. In kantoren kunnen kantoren komen maar ook kunnen ruimtes vergroot worden door enkele niet dragende muren te verwijderen. Het hergebruik van gebouw en talloze voorzieningen past uiteraard helemaal in deze tijd van hergebruik en milieubesef.”
“Wij denken dat Hoorn een nog uitgebreider museum verdient. Dat groei naar meer dan 100.000 bezoekers per jaar haalbaar is. Alleen al met groepsarrangementen (zie bijvoorbeeldwww.busidee.nl ) kunnen we minimaal 5.000 extra bezoekers trekken mits we voldoende kunnen bieden qua parkeren, catering en een verblijfsduur van minimaal drie uur. Maar ook schoolklassen zullen zorgen voor duizenden extra bezoekers uit heel Noord-Holland. En voor Hoornse scholen zijn we op de Nieuwe Steen uiteraard ook veel beter bereikbaar. Zelfs de gemiddelde Horinees/Horenaar/Westfries zal ons beter weten te vinden omdat we beter bereikbaar zullen zijn maar ook meer zichtbaar. Verder denken we met de nieuwe opzet ook veel meer buitenlandse toeristen te kunnen trekken. En hoe mooi zou het zijn als we een ‘Nationaal Museum’ in het oosten hebben met het Openlucht Museum in Arnhem en op termijn een tweede ‘Nationaal Museum’ in het westen met ons Hoornse Museum van de 20e Eeuw?”
Auteur: J.J. Stuifbergen
Bron: Museum van de 20e Eeuw
Publicatiedatum: 28/08/2020
Vul deze informatie aan of geef een reactie.