Het beeld van J.P. Coen, dat op het plein voor het Westfries Museum in Hoorn staat, blijft de gemoederen bezighouden. Die gemoederen leken bedaard toen de gemeente in 2012 een sokkeltekst op het beeld liet aanbrengen, waarin ook de schaduwkanten van Coen worden belicht. De anti-racismedemonstraties van de afgelopen weken hebben de kritiek op het beeld weer aangewakkerd.
Jan Pieterszoon Coen, die in 1587 in Hoorn werd geboren, was gouverneur-generaal van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC). De laatste jaren is er niet alleen aandacht voor zijn bijdrage aan de welvaart in Holland, maar ook voor het geweld waarmee hij de handelsbelangen van de VOC verdedigde. Zo liet hij 15 à 20 duizend inwoners van de Banda-eilanden, die nu deel uitmaken van de Molukken, vermoorden. Zij hadden nootmuskaat aan de Engelsen geleverd en Coen accepteerde dat niet. In mei 1893 kreeg de gouverneur-generaal, op initiatief van de toenmalige burgemeester van Hoorn, een standbeeld.
Ongepast
Vrijdagavond vond er in Hoorn een demonstratie plaats, die onder andere was georganiseerd door het Dekololonisatie Netwerk voormalig Nederlands-Indië. De demonstranten, die het ongepast vinden dat Coen als een held wordt vereerd en daarom vinden dat hij van zijn sokkel moet worden gehaald, kregen geen toestemming om op het plein vóór het Westfries Museum te demonstreren. De gemeente Hoorn vond dat, vanwege de vele cafés en terrassen op het plein, niet wenselijk in coronatijd. De demonstranten werd toegestaan bij het beeld een korte verklaring af te leggen, maar de demonstratie zelf vond bij het parkeerterrein voor het station van Hoorn plaats.
Tezelfdertijd werd elders in Hoorn een tegendemonstratie gehouden, die door zo’n zeventig mensen werd bezocht. De tegendemonstranten willen dat het beeld blijft staan. Ze lanceerden een petitie, die uiteindelijk door 4.643 mensen werd ondertekend. De ondertekenaars vinden dat je voor behoud van het standbeeld kunt zijn en ‘tegelijkerijd de wandaden van Coen kan erkennen.’ Ook willen ze dat inwoners van Hoorn zich over het onderwerp moeten kunnen uitspreken ‘zonder in de racistische hoek te worden geduwd.’
Westfries Museum
GroenLinks in de gemeenteraad van Hoorn wil dat Coens beeld wordt verwijderd, maar een meerderheid in de gemeenteraad ziet vooralsnog meer heil in een breed stadsgesprek ‘over racisme, discriminatie en uitsluiting.’
Ad Geerdink, directeur van het Westfries Museum, vindt dat het aan het maatschappelijke debat en de politiek is om te bepalen wat er met het standbeeld moet gebeuren. Het is de taak van het museum, zo vindt hij, om achtergrondinformatie te verstrekken, zodat iedereen zelf zijn mening kan bepalen.
Zo biedt het Westfries Museum op zijn website informatie over werk en leven van Coen, de (veranderde) beeldvorming over hem in de laatste 150 jaar en de geschiedenis van het standbeeld, inclusief de protesten tegen het monument van de laatste vijftig jaar.
Op de website is ook informatie te vinden over ‘De Zaak Coen’, de tentoonstelling in de vorm van een rechtszaak, waarmee het museum in 2012 inspeelde op de discussie die toen rond het standbeeld woedde. Het museum kreeg daarvoor een Europese prijs, omdat deze aanpak werd gezien als voorbeeld voor hoe je om kunt gaan met discussies rond omstreden standbeelden.
In 2012 leidde die discussie tot een compromis, waarbij het standbeeld is blijven staan, maar wel voorzien werd van een sokkeltekst, waarin ook vermeld staat waarom het beeld omstreden is. Mocht de politiek besluiten om het standbeeld uit de openbare ruimte te verwijderen, dan zal het museum dit omstreden, maar ‘historisch belangrijke stuk cultureel erfgoed’ in de collectie opnemen, ‘en het van context voorzien.’
Tekst: Arnoud van Soest
Bronnen: Volkskrant, NRC, NH Nieuws, Noordhollands Dagblad, Westfries Museum
Publicatiedatum: 22/06/2020
Vul deze informatie aan of geef een reactie.