Je zou denken dat het fort er staat om het kanaal te beschermen. Zo is het echter niet. Fort Kijkuit stond al ongeveer honderd jaar in het polderland tussen de plassen, voordat hier het Hilversums Kanaal werd gegraven. Het kanaal sluit iets verderop, bij sluis ’t Hemeltje, aan op de Vecht.
Het fort is tussen 1844 en 1847 verrezen als schakel in de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het gerestaureerde fort kan je bezoeken. Vanaf het dak van het vroegere kruithuis heb je een weidse blik op het omliggende land. Als wacht kun je de vijand van verre zien aankomen.
Rond het fort ligt een gracht met een ophaalbrug. Dit verdedigingswerk was berekend op een bezetting van ongeveer vijftig manschappen. Militairen in legergroen scharrelen hier niet meer rond, wel mannen en vrouwen in boswachtersgroen. Fort Kijkuit is sinds 1973 namelijk in handen van Natuurmonumenten.
Waterlinie
De Nieuwe Hollandse Waterlinie is na 1815 aangelegd als verdedigingslinie van Holland. Over een afstand van zo’n 85 km waakten de manschappen in maar liefst 46 forten. Van Muiden tot de Biesbosch. Het land aan de oostzijde van de versterkingen werd bij dreigend gevaar over een breedte van enkele kilometers onder water gezet; zo’n 40 cm hoog. Te ondiep om over te varen, te diep om snel met manschappen op te kunnen rukken. Bovendien wist de vijand niet waar de sloten liepen. Water diende op deze slimme manier als verdedigingslinie.
Pantserplaten
Al eerder overigens, in 1803, waren hier in het plassengebied borstweringen opgeworpen – dat waren de voorlopers van het fort dat hier in tientallen jaren later verrees. Fort Kijkuit is sindsdien verschillende malen verbouwd en uitgebreid. Zo kwam er een kazemat met een stalen front dat bestaat uit 20 cm dikke pantserplaten van het vroegere pantserschip H.M. Tromp. Dat pantserschip was in 1927 uit de vaart genomen. Inmiddels overwinteren baardvleermuizen in een kazemat van Kijkuit.
Poldermolen
Jarenlang heeft het fort een betrekkelijk onopvallend bestaan geleid, naast de drukke weg (N 201) van Vreeland naar Hilversum. Kijkuit lag verscholen achter hoge bomen en werd uit zicht gehouden door een dichte haag meidoorns, sleedoorns en vlier. Wat je wel van verre zag, was de hoge molen Gabriël, een met riet gedekte achtkante binnenkruier.
Deze molen, die als buurman het fort kreeg, dateert uit 1635. Gabriël maakte oorspronkelijk deel uit van een gewiekt trio dat eeuwenlang de uitgestrekte polder Kortenhoef droog hield. De achterste en de middelste molens zijn in vlammen opgegaan, alleen de voorste molen, Gabriël, staat er nog.
Gabriël
Het uit de polder door de molen opgemalen water stroomde via een voorboezem in de Vecht. Van deze voorboezem is dankbaar gebruik gemaakt bij het graven van het Hilversums Kanaal. De bouw van een gemaal bij de Vecht maakte in 1933 verdere inzet van molen Gabriël overbodig.
Officieel heet Gabriël overigens de Voorste Molen. Maar de molen werd meer dan een eeuw geleden vernoemd naar de kunstschilder Paul Joseph Constantin Gabriël. Deze in 1828 in Amsterdam geboren Gabriël schilderde graag in en rond Vreeland en Kortenhoef. Hij was de schilder van het weidse polderland met kronkelende riviertjes, plassen en molens.
Kanaal
Waar de voorboezem het door de drie molens opgepompte polderwater in de Vecht liet stromen, ligt sluisje ’t Hemeltje aan het eind van het Hilversums Kanaal. Beter gezegd: het begin. Want bij ’t Hemeltje is de aanleg van het kanaal in 1931 begonnen. Daar was uitgebreid beraad aan vooraf gegaan, waarbij allerlei alternatieve tracés op tafel waren gekomen.
Het was een gedurfd plan om in de crisisjaren zo’n groot project te starten. Maar het gemeentebestuur van Hilversum vond dat bij een stad die zich zo sterk ontwikkelde (in 1925 telde de stad al 45 duizend inwoners) een goede transportverbinding over water niet mocht ontbreken. De bestaande vaart via ’s-Graveland naar de Vecht voldeed niet meer. Er was behoefte aan een bredere en snellere verbinding met het in 1892 voltooide Merwedekanaal.
Even is gespeeld met de gedachte het beoogde Hilversums Kanaal meteen maar door te trekken tot het Merwedekanaal (Amsterdam-Rijnkanaal), maar dat bleek toch qua kosten een brug te ver. Vandaar dat het kanaal bij sluis ’t Hemeltje aansluit op de Vecht. Bij Nigtevecht kan de schipper van de Vecht het Amsterdam-Rijnkanaal opvaren naar Amsterdam, Utrecht of verder. De sluis is genoemd naar boerderij ’t Hemelje, die bij de grens van Vreeland en Nederhorst den Berg stond.
Uitzicht
Veel vrachtvaart passeert tegenwoordig niet meer molen Gabriël en fort Kijkuit. Vervoer over de weg heeft transport over water grotendeels vervangen. Vrijwel alleen nog recreanten maken gebruik van het bijna acht kilometer lange Hilversums Kanaal. Inspelend hierop heeft Natuurmonumenten bij fort Kijkuit een onbemand informatiepunt ingericht, met voor varende recreanten een aanlegplaats.
Tekst: Jan Maarten Pekelharing
Publicatiedatum: 06/12/2017
Vul deze informatie aan of geef een reactie.