Onbekend erfgoed: beschilderde houten kerkgewelven
In de vijftiende en zestiende eeuw werden in het westen van Nederland overal nieuwe kerken gebouwd. De bakstenen gebouwen kregen lichte houten gewelven, die hogere binnenruimtes en grotere vensters in de muren mogelijk maakten. De constructie van de gewelven lijkt nog het meest op een omgekeerde scheepsromp: ribben lopen van de muur naar de nok van het gewelf, waartussen een beschot van planken werd bevestigd. Daardoor ontstonden grote rechthoekige vlakken. Gewelfschilderingen vinden we sporadisch in kerken in West-Nederland, maar vooral in Noord-Holland was het een gangbare praktijk het beschot tussen de ribben uitgebreid te beschilderen.
>