Het Brits-Russische invasieleger was op 27 augustus 1799 op de kust bij Groote Keeten geland. Op 19 september kwam het bij Bergen tot een treffen met de Bataafs-Franse troepen, die eindigde in een nederlaag voor het geallieerde invasieleger. Na de eerste Slag bij Bergen volgde op 2 oktober nog een tweede veldslag, die door het invasieleger werd gewonnen, en op 6 oktober de Slag bij Castricum, die onbeslist bleef. Tienduizenden soldaten lieten bij Castricum het leven. Tijdens de diverse veldslagen sneuvelden vooral veel Russische soldaten. Nog altijd komen er menselijke overblijfselen en bezittingen uit het Noord-Hollandse duinzand tevoorschijn. Een reconstructie van een gesneuvelde Russische soldaat is te zien in archeologiecentrum Huis van Hilde in Castricum. Op 10 oktober 1799 werd de conventie van Alkmaar getekend, waarmee de aftocht van de geallieerden een aanvang nam.
06 oktober 1799
Slag bij Castricum
Tijdens de Slag bij Castricum in 1799 stonden de Bataafs-Franse troepen tegenover een gecombineerd Brits-Russisch leger, dat enkele weken eerder in Noord-Holland was geland. De slag bleef onbeslist.