Het feest van Sint Maarten heeft vele gezichten. Het wordt (en werd) voornamelijk gevierd in Noord-Holland, in het bijzonder in de Zaanstreek en West-Friesland, op Wieringen en in Alkmaar en omstreken. Het Sint Maartensfeest heeft zijn wortels in een oud Germans herfstfeest waarin dankoffers voor de oogst aan Wodan werden gebracht. Dat ging gepaard met fakkels en grote offervuren. De katholieke kerk heeft de heidense viering voorzien van een christelijke inhoud door Wodan te vervangen door Martinus, bisschop van Tours (316-397). Volgens de legende heeft Martinus, de latere Sint Maarten, in Amiens zijn mantel gedeeld met een bedelaar. De viering van het Sint Maartenfeest kent een wonderlijke evolutie: van een woest Germaans offerfeest tot een kindergebeuren met lampionnetjes. Daarbij maakten de fakkels en vuren plaats voor uitgeholde rapen, slikwortel of suikerbiet waarin een vetkaars was geplaatst. Daarna kwamen de sigarenkistjes, de papieren lampions met kaarsen. De kaarsjes maakten weer plaats voor lampjes met een batterij als krachtbron.
11 november
Sint-Maarten
Op 11 november trekken in heel Noord-Holland groepen kinderen langs de deuren met gekleurde lampionnen en op school geleerde liedjes. Na een uit volle borst gezongen ’Elf november is de dag’ of verlegen gefluisterd ‘Sinte sinte maarten’ krijgen de kinderen wat lekkers toegestopt en trekken naar de volgende deur. Het feest is voor veel kinderen een van de hoogtepunten van het jaar.