De Sint-Elisabethsvloed is genoemd naar de heilige Elisabeth van Thüringen, wiens naamdag vroeger op 19 november werd gevierd. De combinatie van een zware storm en hoge vloed werd in 1421 te veel voor de dijken. Sommige braken door, met grote overstromingen tot gevolg. In de dorpen aan de kust waren veel slachtoffers te betreuren. Het vissersdorpje Petten werd met vierhonderd doden buitensporig hard getroffen. De Sint-Elisabethsvloed van 1421 was officieel de tweede watersnoodramp met deze naam. Op 19 november 1404 had namelijk al een eerdere Sint-Elisabethsvloed plaatsgevonden, die grote delen van Holland, Zeeland en Vlaanderen onder water had gezet. In de maanden die volgden, ging men hard aan de slag met het dichten van de dijken en het wegpompen van het water. Helaas bleek alle moeite voor niets toen de dijken het tijdens de derde Sint-Elisabethsvloed in 1424 opnieuw begaven.
Beeld: Meester van de Heilige Elisabeth-Panelen, De Sint-Elisabethsvloed, ca. 1490-1495. Collectie Rijksmuseum Amsterdam.