Het is vrijdag 20 september 1839, half twee, als twee gloednieuwe stoomlocomatieven, De Snelheid en De Arend, in Amsterdam aan de rit naar Haarlem beginnen. De negen rijtuigen die ze voorttrekken zijn gevuld met hoogwaardigheidsbekleders. De afstand van 16 kilometer tussen Amsterdam en Haarlem wordt in 32 minuten overbrugd. De stroomtrein haalde een ‘topsnelheid’ van 38 km per uur. In Haarlem speelt het muziekkorps van de schutterij een paar feestelijke deuntjes; terug in Amsterdam wacht de genodigden een koud buffet. Hiermee is de eerste spoorlijn van Nederland geopend. Vier dagen later mag het publiek gebruikmaken van de trein, die aanvankelijk met angst en wantrouwen wordt bejegend. Maar wie de rit eenmaal gemaakt heeft, is in het algemeen positief. En ruim 180 jaar na dato is het spoor niet meer uit de samenleving weg te denken.