Een dag uit het leven van een Amsterdams weeskind
Donderdag 12 maart 1895, zes uur ’s morgens. Wat zou ik graag nog even blijven liggen, denkt Johanna Wijnberg als ze om zes uur gewekt wordt door de groothuismoeder. Om zich heen hoort ze de andere meisjes uit bed stappen, de houten vloer van de slaapzaal maakt krakende geluiden.
>