‘Gestuurd door storm en winden, geen redding was te vinden’
In de strenge winter van 1849 trok de Durgerdammer visser Klaas Bording met zijn twee zoons erop uit om bot te kloppen op de dichtgevroren Zuiderzee. Niet wetende dat ze pas twee weken later weer voet aan wal zouden zetten. Hun barre tocht op een ijsschots, overgeleverd aan de elementen, spreekt nog steeds tot de verbeelding.
>