In het begin van de twintigste eeuw begon men met turfwinning in de Volgermeerpolder. Door deze omvangrijke turfafgraving veranderde de polder in een waterplas gevuld met dunne strookjes land. Maar de ‘polder’ doet niet alleen dienst als brandstofvoorziening voor de Amsterdamse bevolking. Al eind jaren twintig krijgt het gebied een dubbelfunctie, want de waterplassen – de zogenaamde petgaten – worden opgevuld met huisvuil uit Amsterdam.
In de jaren zestig wordt de vuilnisstortplaats niet alleen gebruikt voor Amsterdams huisvuil, maar ook voor de stort van chemisch afval. Jarenlang kraait er geen haan naar. Tot maart 1980. Een medewerker van de vuilstortplaats slaat alarm over de vondst van zwaar verontreinigd chemisch afval. De vaten waarin het chemisch afval is opgeborgen, zijn in de loop der jaren gaan lekken. De bodem en het grondwater van de Volgermeerpolder zijn hierdoor ernstig verontreinigd. De Volgermeerpolder krijgt de discutabele reputatie van grootste vervuilde terrein van Nederland.
De vuilnisstortplaats wordt pas in 1981 gesloten, na veel politieke touwtrekkerij. In 2003 begint men in opdracht van Dienst Milieu en Bouwtoezicht met de sanering van de polder. Op termijn ontstaat hiermee een unieke nieuwe natuurkern in Waterland. De Volgermeerpolder wordt vanaf 23 april 2011 na meer dan een halve eeuw weer openbaar toegankelijk. Waterland is hiermee een uniek natuur- en recreatiegebied rijker.
Foto: Bord met tekst “Verboden toegang, chemisch afval” bij vuilnisstortplaats in Volgermeerpolder, 1981. Marcel Antonisse / Anefo. Collectie Nationaal Archief.