In zijn werk werd Heije geconfronteerd met de schrijnende woonomstandigheden en een totaal gebrek aan hygiëne bij velen. Amsterdam werd getroffen door de eerste cholera-epidemie in Europa; hierbij vielen onder mensen in verpauperde buurten verhoudingsgewijs veel slachtoffers.
In de bundel ‘Kinderen’ uit 1994 schrijft Willem Wilmink: “Heije was arts, evenals J.J. Viotta, die dit [Zie de maan schijnt door de bomen] en vele andere liederen van hem op muziek zette. Het is dan ook uit medisch oogpunt dat de liederen zo breed van opzet zijn: de kinderen uit de vochtige Amsterdamse kelderwoningen moesten allemaal eens een flinke keel opzetten, dat was goed voor hun longen, zo vonden die beide dokters.”