De zender was met middelen van de stakingskas gekocht bij een jonge zendamateur in De Pijp en het gebouw aan het Spui binnengesmokkeld. Het apparaat werd in gebruik gesteld nadat in de nachtelijke uren door de politie een luchtbrug naar een belendend pand was neergehaald, als één van de pogingen de activisten te isoleren van de buitenwereld. Vanaf de dakgoot werd luid opgeroepen om af te stemmen op de golflengte van radiopiraat Veronica, die in gebruik was genomen door ‘De Vrije Maagd’. De oproep bleek te werken; de zender had weliswaar slechts een bereik binnen Amsterdam, maar het nieuws werd ook overgenomen door landelijke radiozenders. Het een en ander kon echter niet voorkomen dat het Maagdenhuis de volgende dag zou worden ontruimd. In verhoren van de politie werd tevergeefs gevraagd waar de zendapparatuur was gebleven. Jaren later werd de zender aan het Amsterdam Museum geschonken door een voormalige bezetter, die destijds tevens bestuurslid was van de studentenvakbond ASVA.