Koning Willem III en zijn vrouw Sophie, samen met hun twee zoons Willem en Maurits, arriveerden die zaterdagochtend per trein op het Centraal Station van Amsterdam. Een optocht te paard begeleidde de koninklijke familie langs vele versierde gebouwen naar het Koninklijk Paleis op de Dam. Bij het paleis aangekomen, begaf het koninklijk gezin zich naar het balkon om door de samengedromde toeschouwers toegejuicht te worden. De inhuldigingsplechtigheid vond ’s middags plaats in de Nieuwe Kerk en begon met een toespraak van de nieuwe koning aan de regering. Vervolgens legde Willem III de traditionele eed af. Daarna klonk een luid ‘Koning Willem III is ingehuldigd, Leve de Koning!’ uit de kerk en liep de nieuwe koning in een feestelijke gang terug naar het paleis, waar hij in de dagen die volgden allerlei hoogwaardigheidsbekleders ontving.