Het stadhuis op de Dam is tussen 1648 en 1655 gebouwd. Op 29 juli 1655 werd het monumentale gebouw feestelijk ingewijd. Destijds werd het wel omschreven als het achtste wereldwonder, dat de macht en glorie van het stadsbestuur uitstraalde. In 1808 werd het stadhuis aangeboden aan koning Lodewijk Napoleon. Sindsdien is het in gebruik als koninklijk (en tijdelijk zelfs keizerlijk) paleis. Lodewijk Napoleon liet alle kamers inrichten in de toen modieuze empirestijl. Qua oppervlakte en vorstelijke vertrekken was het gebouw alleszins de naam paleis waardig. Na de Franse Tijd gaf koning Willem I het paleis in eerste instantie terug aan de stad Amsterdam. Na zijn inhuldiging zag hij echter het belang in van een vorstelijk vertrek in de hoofdstad, waarna het paleis op zijn verzoek opnieuw ter beschikking werd gesteld aan de koninklijke familie. Pas in 1936 zou het paleis officieel rijkseigendom worden. Tegenwoordig is het paleis opengesteld voor publiek en kan men er tentoonstellingen bekijken. Ook wordt het nog door de koninklijke familie gebruikt voor staatsbezoeken en andere officiƫle ontvangsten.
Beeld: Gerrit Adriaensz. Berckheyde, Het stadhuis op de Dam, 1693. Collectie Amsterdam Museum.