De historie van het zelfbenoemde ‘gezelligste evenement van Nederland’ start in 1920, als in het Amsterdamse Bellevue voor het eerst een zogeheten Damesbeurs wordt gehouden. De Damesbeurs is een initiatief van de Amsterdamse Dameskroniek (‘het weekblad voor de ontwikkelde vrouw’) en wordt als de directe voorloper van de Huishoudbeurs gezien. In 1922 verhuist de Damesbeurs naar de RAI aan de Ferdinand Bolstraat, die dat jaar net geopend is. De 6.000 m2 grote tentoonstellingshal is in nog geen drie maanden tijd volledig opgetrokken uit hout.
Pas in 1950 mogen we écht spreken van de Huishoudbeurs, die dat jaar als opvolger van de Damesbeurs in de Houtrusthallen in Den Haag georganiseerd wordt. Er komen zo’n 50.000 dames af op de beurs, waar dan nog vooral huishoudelijke apparaten getoond worden. Maar de RAI, inmiddels meerdere malen uitgebreid, blijft toch een aantrekkelijke locatie. Vijf jaar na de start in Den Haag en tweejaarlijkse edities in wisselende steden, wijkt de Huishoudbeurs uit naar Amsterdam, om daar nooit meer weg te gaan. Vanaf dat moment wordt de beurs jaarlijks in de RAI georganiseerd.