Begin juni 1517 bereidde Grutte Pier (Fries voor ‘Grote Pier’) zich voor op een aanval op Holland vanaf de Zuiderzee. Hij had een grote vloot en een leger Gelderse huurlingen, die ‘Gelderse Friezen’ werden genoemd, tot zijn beschikking. Medemblik was als eerste aan de beurt. Op 24 juni 1517 voer de vloot van de Friese bevelhebber richting de West-Friese kust. De volgende ochtend ging de vloot bij Wervershoof voor anker, waarna het leger plunderend verder trok naar Medemblik. De stad was onvoorbereid op de enorme bestorming die volgde. Inwoners werden opgejaagd, er werd geplunderd en brand gesticht. Sommigen zochten de bescherming van het kasteel op. Alle gebouwen, schepen en voedselvoorraden werden vernietigd, alleen het kasteel bleef staan. Na deze slachting trok het leger van Grutte Pier verder naar de omliggende dorpen, om uiteindelijk via Amsterdam richting Utrecht te trekken. Daar werd het meedogenloze leger van Gelderse Friezen in een aantal gevechten neergeslagen.