De harde zuidwestenwind had er voor gezorgd dat een enorm groot, log zeewezen was aangespoeld bij Beverwijk. Een dode walvis, die in de zeventiende eeuw werd gezien als een brenger van slecht nieuws. De mensen uit deze tijd waren er dan ook van overtuigd dat dit monster er voor zou zorgen dat Holland overspoeld zou worden met rampen en ongeluk.
Jan Saenredam’s gravure
De Zaankanter Jan Saenredam, vader van de beroemde schilder Pieter Janz. Saenredam, tekende de aangespoelde walvis zo natuurgetrouw mogelijk. De tekening, waar later een gravure van werd gemaakt, is van bijzondere kwaliteit, en bevat erg veel details en informatie. Op de achtergrond is de klotsende zee met daarop deindende vissersboten. Langs de kust zien we honderden mensen die de walvis van dichtbij willen gaan bekijken en op de voorgrond van de tekening heeft Saenredam zichzelf getekend. Op het strand ligt de dode walvis, waar ondertussen opmetingen van worden gemaakt. De centrale persoon van de compositie is Ernst Casimir, de neef van Stadhouder Maurits van Oranje. Onder de gravure is een Latijns gedicht, gemaakt door Theodorus Schrevilius. In het gedicht is te lezen dat Schrevilius de walvis zag als een omen en een monstrum portentosum: een monster dat de boodschap van onheil brengt.