Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Begraafplaatsen zijn oase van rust, maar ook een plek vol verhalen

Begraafplaatsen zijn niet alleen plekken waar we onze doden een laatste rustplaats gunnen. Ze zijn ook een oase van rust en groen èn ze geven een tijdsbeeld. De landelijke stichting Terebinth bekommert zich dan ook om het funeraire erfgoed. Ze stimuleert het opknappen van verwaarloosde begraafplaatsen en grafmonumenten, maar organiseert ook lezingen en rondleidingen.

Cultuurhistoricus Anita van Breugel uit Alkmaar is al dertig jaar in Noord-Holland actief voor Terebinth. De stichting heeft een ‘terebinth’ als beeldmerk. Dat is een boom die vooral rond de Middellandse Zee groeit. “Het is een boom die tegen hitte kan en steeds weer aangroeit,” vertelt ze. “Daarom staat hij symbool voor het eeuwige leven.”

Haar betrokkenheid bij Terebinth begon dertig jaar geleden, toen ze een themadag van Terebinth bijwoonde. “Ik werd er meteen lid van, want zeker in de jaren negentig was funerair erfgoed nog een ondergeschoven kindje. Ook op wetenschappelijk niveau was er weinig aandacht voor; de dood was iets om op afstand te houden.”

Sindsdien is ze adviseur/consulent van de stichting voor Noord-Holland. Mensen met liefde voor historie begrijpen haar belangstelling wel, legt ze uit, “maar mijn broer en zus vroegen zich aanvankelijk af wat ik daar toch zocht; ze vonden het maar een morbide hobby. Maar ik zei: jullie weten niet hoe mooi begraafplaatsen zijn, want er ligt een heel stuk geschiedenis. Het zijn stenen archieven.”

Later zal ze daar verschillende voorbeelden van geven, maar we beginnen met een stukje geschiedenis. Veel begraafplaatsen zijn in de negentiende eeuw opgericht, want vanaf 1829 mocht er niet meer in kerken worden begraven. Gemeenten met méér dan duizend inwoners werden zelfs verplicht om buiten de bebouwde kom een begraafplaats in te richten.

Anita van Breugel is al dertig jaar voor Terebinth in Noord-Holland actief. Foto: Arnoud van Soest.

Witte kerk Heiloo

Van Breugel heeft verschillende begraafplaatsen geïnventariseerd. “Ik heb bijvoorbeeld een inventarisatie gedaan bij het witte kerkje van Heiloo, want hoe klein een dorp ook is, ze hadden altijd een middeleeuwse, ommuurde kerk. Daarbinnen was het gewijd gebied. De mensen die het zich konden permitteren, werden in de kerk begraven, want dan waren ze dicht bij God. De minder draagkrachtigen werden om de kerk heen begraven, maar toen het aantal inwoners groeide, was dat niet meer vol te houden. Bovendien ging het in de kerken vreselijk stinken, dus het was niet meer verantwoord om mensen in de kerk te begraven.”

De kerk van Heiloo was aanvankelijk veel groter, vervolgt ze. “Hij is namelijk in 1572 verwoest, aan het begin van de tachtigjarige oorlog. Ik vond het opvallend dat de adel, toen ze niet meer in de kerk begraven mocht worden, zich vervolgens liet begraven àchter de kerk, op de plek waar het altaar van de oude kerk had gestaan. Blijkbaar wilden ze zo dicht mogelijk bij het heilige der heilige liggen.”

Een met krijt leesbaar gemaakte Bijbeltekst op een begraafplaats in Schoorl.

Verwaarloosd

Stichting Terebinth ijvert voor het restaureren van oude, soms verwaarloosde begraafplaatsen. Een voorbeeld daarvan is de oude begraafplaats van Naarden, waar vandalen in 1999 flink huishielden. Daarbij werd een grafkelder opengebroken in de hoop kostbaarheden aan te treffen en ook werden er grafkettingen ontvreemd. Dat kon allemaal omdat de gemeente weinig oog had voor de begraafplaats, die al lange tijd gesloten was. Voor vrijwilligers was dat aanleiding om zich over de begraafplaats te ontfermen en sinds 2005 is de Naardense begraafplaats rijksmonument.

Soms zijn het historische verenigingen die zich over een begraafplaats ontfermen, soms richten vrijwilligers daarvoor een aparte stichting op. Om dat soort herstel te stimuleren, reikt Terebinth elke twee jaar een aanmoedigingsprijs uit, de Gouden Terebinth. Noord-Holland is vrij actief op dat gebied, want van de elf vrijwilligersinitiatieven die vorig jaar meedongen naar de Gouden Terebinth, kwamen er maar liefst vijf uit deze provincie.

Dat jaar ging de prijs naar de vrijwilligers van begraafplaats Keern in Hoorn, omdat ze veel aan promotie doen en daar ook verschillende leeftijdscategorieën bij betrekken. Ze bedachten een maatschappelijke stage voor jongeren om graftekens te restaureren, ze organiseren een herdenking op 4 mei en doen mee met de Burendagen en de Open Monumentendagen. En dat allemaal om zoveel mogelijk groepen mensen te bereiken.

Grafteken van kunstenaar Lucebert, die in Bergen begraven is, naar eigen ontwerp. Foto: Anita van Breugel.

Lichtjesdagen

Die aandacht is noodzakelijk omdat veel begraafplaatsen het financieel niet redden, aangezien er de laatste jaren steeds minder begraven wordt. Crematie wint immers aan populariteit. Van Breugel vindt het belangrijk dat je naar manieren zoekt om zo’n begraafplaats op een bredere manier te gebruiken. “Neem bijvoorbeeld de lichtjesdagen op 2 november, Allerzielen. Je kunt ook denken aan uitstrooivelden of aan muren waar je urnen in kunt plaatsen. Je kunt aansluiten op de toenemende belangstelling voor natuurbegraafplaatsen, waarbij slechts een houten schijf de plek van de begraving markeert. Zo’n schijf vergaat, zodat de overledene langzaam wordt teruggegeven aan de aarde.”

“Je kunt ook, zoals in Naarden gebeurt, rondleidingen geven of meedoen aan Open Monumentendag, maar je kunt ook fototentoonstellingen of concerten organiseren. Zo’n concert hoeft echt niet frivool te zijn, het kan ook mooi en ingetogen.”

Buitenveldert

Begraafplaatsen zijn ook plekken van rust en dat is wat veel mensen zoeken. “In Amsterdam-Buitenveldert hebben ze bijvoorbeeld een horecagelegenheid naast de ingang ingericht, waar mensen uit de omgeving  koffie kunnen drinken of kunnen wandelen. Het is een prachtpark, waar je even tot rust komt. We noemen het ook liever een gedenkpark, want zo’n woord als begraafplaats kan mensen afstoten.”

Van Breugel was ook betrokken bij de inventarisatie van de algemene begraafplaats in Den Helder. “Die begraafplaats ligt op de plek van Huisduinen. Dat was ooit een Waddeneiland, dat pas in de zeventiende eeuw met het vaste land werd verbonden. In de vroege middeleeuwen stond daar al een kerkje, waar een begraafplaats bij hoorde. Dat kerkje werd iedere keer door het water verzwolgen. Uiteindelijk is daar in de zeventiende eeuw een hoog gelegen begraafplaats zonder kerk aangelegd. Die noodzaak was er vanwege een pestepidemie, waarbij heel veel mensen in een korte periode begraven moesten worden.”

Grafteken in Den Helder waarvan de letters niet meer zichtbaar zijn. Foto: Anita van Breugel.

Dezelfde steen, die met zand voor de parkietenkooi is behandeld, waardoor de letters weer zichbaar zijn geworden. Foto: Anita van Breugel.

Dorus Rijkers

Het oudste grafteken stamt uit 1672. “Je ziet veel graftekens, waar je oude beroepen aan kunt aflezen, zoals zeemansgraven, reders, mensen van de Koninklijke Marine en van het loodswezen. Dorus Rijkers, die schipbreukelingen redde, ligt er bijvoorbeeld ook.”

“Wat me ook trof was het graf van ene Cornelia, die daar met haar dode dochtertje ligt begraven. In die tijd stierven nog veel vrouwen in het kraambed, als gevolg van de slechte zorg. Het viel me ook op dat kinderen uit eenzelfde gezin dezelfde naam hadden, omdat ze naar een vader of moeder werden vernoemd. Was een kind overleden, dan kreeg het volgende kind weer dezelfde naam. Zo kom je dus verschillende Maartjes tegen. Tegenwoordig zouden we dat niet meer doen, omdat elke kind toch uniek is.”

Van Breugel heeft zich in haar studie ook verdiept in de symbolen, die op graftekens werden gebeiteld, zoals naar beneden gerichte toortsen met dovende vlammen, als symbool dat het leven voorbij is, en zandlopers, die symbool staan voor de eindigheid van het leven. “In Noord-Holland kom je vaak het symbool tegen van een rups en een vlinder, die onder een treurboom staan afgebeeld. De rups staat symbool voor het stoffelijke omhulsel dat op aarde achterblijft en de vlinder staat voor de ziel die ten hemel stijgt. Mensen konden vaak niet lezen en schrijven, symbolen waren dus erg belangrijk.”

Grafteken in Heiloo: treurboom, rups en vlinder. Foto: Anita van Breugel.

Reddingswerkers

Sommige begraafplaatsen hebben een mooi verhaal, zo merkte Van Breugel toen ze verschillende begraafplaatsen in Noord-Holland inventariseerde. Soms doet ze dat alleen, soms doet ze dat samen met vrijwilligers, omdat ze haar kennis graag door wil geven. “In Egmond troffen we bijvoorbeeld een gedenksteen aan, waarvan ik de letters met krijt zichtbaar heb gemaakt. Die steen was gewijd aan mensen van de reddingsbrigade, die omgekomen zijn bij een reddingsactie. Een touw raakte in de motor verstrikt, waardoor zowel de redders als de mensen die gered hadden moeten worden omkwamen. Ik vond dat zo’n indrukwekkend verhaal. Twee jaar later heeft de historische vereniging daar een mooie herdenking aan gewijd. Door de inventarisatie was die gebeurtenis weer in beeld gekomen.”

Gedenkteken voor de mannen uit Egmond die bij een redding op zee omkwamen. Foto: Anita van Breugel.

Vol verhalen

“En dat geldt voor meer begraafplaatsen,”  besluit ze. “Je treft er verhalen aan die nog niet bekend zijn, verhalen die een tijdsbeeld geven. Het vertelt over rangen en standen, want mensen met geld lieten rijk bewerkte grafstenen na, maar je ziet ook houten graftekens van mensen die weinig geld hadden. En je ziet soms slingerpaden, met verrassende doorkijkjes, die heel kenmerkend zijn voor de landschapsstijl van de negentiende eeuw.”

Terebinth zet zich in voor het behoud van al die begraafplaatsen, vanwege het groen, de rust, de flora en de fauna. Voor Van Breugel zijn dat waarden die steeds zeldzamer en belangrijker worden in onze hectische en steeds drukker worden wereld. “Door de begraafplaats een bredere functie te geven en er een mooi, groen gedenkpark te maken, kunnen ze gewoon onderdeel worden van de maatschappij, waarbij de dood als onderdeel van het leven wordt gezien.”

Op 15 april 2023 houdt Stichting Terebinth een themadag op de Algemene Begraafplaats van Heemstede, waar onder andere een grafkelder is gerestaureerd.

Auteur: Arnoud van Soest. Met dank aan Korrie Korevaart van Bureau Terebinth.

Publicatiedatum: 16/02/2023

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

3 reacties
  • Kees Orij schreef:

    Het is bijzonder dat er op dit moment meer aandacht komt voor onze begraafplaatsen!

  • Ed Vermeulen schreef:

    Mooi en goed gedocumenteerd verhaal. Ook in mijn, slechts een handvol kilometers van de grens met Noord Holland , gelegen woonplaats Baarn wordt de oud en sinds lang gesloten begraafplaats aan de Berkenweg onderhouden door een een enthousiaste werkgroep vrijwilligers van de Historische Kring Baerne. En ook hier in Baarn vertellen de graven hun verhaal zoals het graf van Willebrodus Naessens ”De Pianoman” en zijn echtgenote. https://groenegraf.nl/pianoman
    Een groet van Ed Vermeulen

  • Gerard Wijker schreef:

    Verhaal grafsteen Egmond is iets anders; IJM 290 Johanna is gestrand bij Vlieland tijdens een storm. De bemanning is in de sloep gegaan, mogelijk is de lijn van de sloep in de schroef gekomen. Alle bemanningsleden zijn hierbij omgekomen. Er is geen redding verricht door de reddingmaatschappij (geen brigade). Het schip is later intact gevonden door de redders.
    De Johanna is later weer in de vaart genomen en in 1919 waarschijnlijk op een mijn gelopen.
    Degene op de steen, Leendert is met zijn vader omgekomen bij de eerdere stranding.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.