De verdwenen buitenplaatsen van de Beemster
De Amsterdamse kooplieden beschouwden grondbezit in de Beemster als meer dan alleen een goede investering. Zij zagen de nieuwe droogmakerij ook als een rustoord voor in de zomermaanden. Op begaanbare afstand van de stad bouwden een reeks grotere en kleinere buitenplaatsen. Deze buitens verdwenen één voor één in de achttiende en negentiende eeuw, vrijwel zonder een spoor achter te laten...
>