Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Leven met het water

Water is van oudsher vriend en vijand. In een provincie onder zeeniveau kan men niet mét, maar ook zeker niet zónder water leven. Oude poldermolens, gemalen, dijken en sluizen vertellen het verhaal over de strijd tegen natte voeten. Droogmakerijen belichamen de overwinning van de mens op het woeste water. Maar de Stelling van Amsterdam en de Nieuwe Hollandse Waterlinie laten zien hoe Hollanders het water ook succesvol inzetten als middel tegen indringers. In Noord-Holland is nog veel te bewonderen uit het waterschapsverleden. Al dit erfgoed tezamen maakt het waterverhaal zichtbaar en tastbaar voor toekomstige generaties.

Verhalen

Rel op de Assendelver Zeedijk

Op woensdag 23 januari 1566 verscheen dijkgraaf Sebastiaen Craenhals op de Assendelverzeedijk langs het IJ en Wijkermeer. Hij had een gewapend gevolg en een ploeg timmerlieden bij zich. De timmerknechten begonnen met het versperren van een serie sluisjes in de dijk. Maar direct liep heel Assendelft bewapend met stokken, pieken, hooivorken, bijlen, messen en andere landbouwgereedschap te hoop. Craenhals en zijn gevolg werden ernstig bedreigd en urenlang vastgehouden. Wat zat er achter deze actie van de Assendelver boeren?

>

De golven van de Noordzee

Zeven golven, even rust. En weer - zeven golven, even rust. Het 'golventreintje' rijdt met een keurige regelmaat zijn rondje langs de kust. Uit de dienstregeling valt af te leiden dat iedere golf van top tot dal zo’n twaalf seconden duurt. De trein rijdt mee met de draaiing van de aarde. Hoe dichter de trein bij de kust komt, hoe ondieper de zeebodem. De onderkant van de golven, die op de volle zee bij een storm wel tien meter hoog kunnen zijn, raakt de zeebodem en struikelt zich een weg naar het strand of de dijk, waar de golven bruisend en schuimend uitrollen. Vroeger, toen er nog geen dienstregeling bestond, ging men uit van tien seconden. Het lijkt een futiel verschil, tien of twaalf seconden, maar de consequenties voor de stations die de trein aandoet mogen er zijn, legt Petra Goessen uit. Zij doet namens het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier onderzoek naar de veiligheid van onze duinen en dijken.

>

Oneindige milieuramp

Rond het jaar 800 was heel Noord-Holland bedekt met een dikke laag moerassig veen. Die veenkussens lagen tot wel vier à vijf meter boven de zeespiegel. In de negende eeuw trokken boeren het veen in en begonnen met de ontginning. Een reusachtige en nu al meer dan 1000 jaar voortdurende milieuramp was het gevolg.

>

Ringvaart Haarlemmermeer

Voordat begonnen kon worden met het droogmalen van het Haarlemmermeer moesten een Ringvaart en Ringdijk aangelegd worden.

>

Schaatsdrama op de Zuiderzee

Als Koning Winter met strenge hand regeerde, werd tante onrustig. ‘Ja kien,’ zei ze dan op z’n Wierings, ‘toen vroor het ook zo hard.’ Tante haalde de doos met krantenknipsels van zolder en vervolgens kwam het hele verhaal op tafel. Zo werd ik, aandachtig luisterend en nog maar een kind, deelgenoot van haar familiedrama waarbij vader, broer en opa omkwamen.

>

Waterhuishouding Randstad

De waterhuishouding van de regio Amsterdam is in handen van vier waterschappen en Rijkswaterstaat. Zij zorgen voor waterveiligheid en de kwaliteit van het water.

>

De Inlaagpolder: tussen een zwakke en een sterke dijk

In 1861 werd een begin gemaakt met de afdamming en inpoldering van het IJ. De grens van het toenmalige IJ is tegenwoordig nog terug te vinden in het huidige landschap van de Inlaagpolder bij Spaarnwoude door het beloop van een lage grasdijk.

>

De Amsterdamse haven: zeven eeuwen scheepvaart

De Amsterdamse haven maakt deel uit van de Havenregio in het Noordzeekanaalgebied. De havens strekken zich uit over een gebied van 4500 hectare. Gezamenlijk profileren deze havens zich als de Zeehavens Amsterdam.

>

De Groote Braak, een litteken van water

Zullen de dijken het houden? Het is een vraag die een oer-Hollandse angst onder woorden brengt. Een vraag die vooral gesteld werd als een zware herfststorm het woedende water weer eens tegen de dijken opstuwde. De Spaarndammerdijk bij Halfweg hield het niet in de nacht van 4 op 5 november 1675 toen een hevige noordwesterstorm opstak. De gevolgen van die dijkdoorbraak zijn tot op de dag van vandaag zichtbaar. De Groote Braak is een van de vele plaatsen in Nederland waar de strijd tegen het water een zichtbaar litteken naliet ...

>

Groene Long of Lange Rond?

Op 14 september 1972 vond een grote vergadering plaats in hotel-café De Ooievaar in Uitgeest. De bestuurders van tientallen waterschappen waren daarbij aanwezig. Dijkgraaf C.P. Jongens van de polder Starnmeer overhandigde een plan voor de oprichting van een nieuw waterschap aan gedeputeerde J. van Dis uit Haarlem. De voorgestelde naam van dat waterschap was ‘De Groene Long’. Maar het werd uiteindelijk Waterschap Het Lange Rond.

>

Stormachtig Spaarnwoude

In 1836 werd Spaarnwoude getroffen door maar liefst twee heftige winterstormen. In het nieuwe jaar volgde meteen een derde. De schade die deze stormen tot gevolg hadden heeft de Staten-Generaal uiteindelijk doen beslissen geld beschikbaar te stellen voor de inpoldering.

>

Stoomgemaal Halfweg: van gemaal tot museum

Ze staan nog her en der verspreid door het Kennemerland: de stoomgemalen. Ooit speelden ze een vitale rol bij het droog houden van hun achterland, nu zijn het monumenten die de sfeer van de negentiende eeuw ademen.

>

Sluisjes in de Velserdijk

De Velserdijk is één van de oudste overgebleven dijktypes met sluisjes. Om die reden is de dijk een authentiek, waterstaatkundig zeldzaam geworden element in het landschap. Bovendien is de dijk, onderdeel van de IJdijken, van sociaalhistorisch en landbouwhistorisch belang vanwege de functie van bescherming van de weidegebieden.

>

Het Noordzeekanaal, een prestatie van formaat

Op 1 november 1876 kwam het gereed: het Noordzeekanaal. Bij de aanleg kwam heel wat kijken: het doorgraven van de duinen, de bouw van de sluizen, de aanleg van het kanaal, de drooglegging van het grootste deel van het IJ. Het zou nu nog een waterstaatkundige topprestatie zijn. Dat de Amsterdamse haven de kortst denkbare verbinding met zee kreeg, lijkt niet meer dan logisch. Maar ze kwam er niet zonder slag of stoot.

>

De Spaarndammer sluizen

De Spaarndammer sluizen bestaan uit een bebouwde dijk met daarin sluizen liggend in het midden van een grote waterplas. De sluizen zijn een belangrijk waterstaatkundig 'object'. Spaarndam is namelijk één van de vier plaatsen waar het wateroverschot van het grote Hoogheemraadschap van Rijnland geloosd wordt op het buitenwater.

>

Keizer Karel vol met wijn

Het oude Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen bezat een imposante hensbeker van verguld zilver. Hij werd in 1660 vervaardigd door de Haagse edelsmid Jeremias Micheel. De bokaal droeg de naam ‘Keizer Karel’, naar keizer Karel de Vijfde. Hij werd gezien als de oprichter van ‘Uitwaterende Sluizen’. De beker wordt nog steeds gebruikt door het huidige Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.

>

De Spaarndammerdijk en het landschap

De IJdijk in westelijk Amsterdam is op veel plekken verdwenen. Hier en daar aan de rand van bedrijventerreinen en het havengebied is nog een deel bewaard. Zo'n stuk dijk maakt het makkelijker om je voor te stellen hoe het gebied van water en polder er hier een paar eeuwen lang bij lag. Lastiger wordt het om te bedenken hoe het landschap er vóór de tijd van de dijk uitzag, toen de natuur nog vrij spel had.

>

De bokaal van de Hondsbossche

De huidige waterschappen in Nederland zijn stuk voor stuk moderne organisaties. Maar dat betekent niet dat ze geen gevoel voor de historie en traditie hebben. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier kent bijvoorbeeld nog steeds een schouwmaaltijd. Bij ieder waterschap vindt en vond in de herfst een grote controle of schouw van de dijken en sloten plaats. Is alles gereed voor de winter met storm en regen? Na afloop van een lange dag in de buitenlucht zette het bestuur zich aan tafel voor het schouwmaal. Daar stond dan ook de hensbeker gereed.

>

Polder Oostzaan moet blijven bestaan

Het is bijna onvoorstelbaar maar echt waar: in 1968 telde de provincie Noord-Holland maar liefst 193 waterschappen. Die hadden ieder een eigen bestuur en een eigen belasting om het gemaal te laten draaien en de polderdijkjes te onderhouden. Het merendeel van al die waterschapjes was absoluut niet opgewassen tegen de eisen van de moderne tijd. De provincie begon daarom met een actieve concentratiepolitiek. Er moesten grote, deskundige en slagvaardige waterschappen komen. Dit beleid riep de nodige weerstand en verzet op, zeker in de Polder Oostzaan.

>