Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

De smaak van Noord-Holland

Noord-Holland staat bekend om haar verschillende soort etenswaren. Iedereen kent de Zaanstreek, het grote industriegebied waar vanuit Nederland wordt bevoorraad met koekjes, chocolade en macaroni. Buitenlandse toeristen bezoeken de kaasmarkten in Alkmaar en Edam om te zien waar de beroemde kaas vandaan komt. Een bezoekje aan Volendam kan ook niet uitblijven, waar een haring uit het vuistje doet denken aan de lang vervlogen Zuiderzeetijd.

Maar de provincie brengt nog meer ‘brood’ op de plank. Wist je dat Broek op Langedijk de bakermat is van een bekend chipsmerk? En dat de uitvinder van de smeerkaas rond 1900 in de Beemster woonde? En dat Amsterdam een wereldpositie bekleed als het gaat om de import van cacao? Leer meer over de geschiedenis van de provincie aan de hand van onze verhalen, die je zullen laten watertanden.

Verhalen

Haven van Monnickendam: De Palingroker

Bij het bruggetje over de haven in Monnickendam staat een bronzen beeld, gemaakt door kunstenaar Rob Cerneus, van een palingroker. Dit ambacht is bijna verdwenen uit Monnickendam, maar vroeger stond het stadje vol met palingrokerijen. Het roken en verhandelen van vis was een belangrijke beroepstak in Monnickendam. Dit gold niet voor het vangen van de vis, dat deden voornamelijk de inwoners van Volendam, Marken en Durgerdam. Met de komst van de Afsluitdijk kreeg de visserij het zwaar te verduren en verdwenen bijna alle rokerijen uit de stad, op twee na.

>

De eerste Eerstelingen

Voor de tuinders uit Broek op Langedijk  was het een sport om als eerste de vroege aardappelen aan te voeren. Niet alleen voor de eer maar ook werd er grof geld betaald door de handelaar die de eerste kist afmijnde.

>

De Israelische eetcultuur: een wereld op tafel

In 1972 vond een editie van de Wereldtuinbouwtentoonstelling Floriade plaats in Amsterdam, in het huidige Amstelpark. Er werd volop aandacht besteed aan producten uit Israël. Het Nederlandse publiek maakte voor het eerst kennis met typisch Israelische producten zoals bijvoorbeeld falafel en avocado’s. Het doe-het-zelf aspect van de falafelbar sloeg erg aan bij de bezoekers.

>

De ‘nieuwe Jodenbuurt’ van Amsterdam

De Kastelenstraat in Amsterdam Buitenveldert is tegenwoordig hét joodse winkelgebied. In Buitenveldert hebben zich, net als in Amstelveen, al sinds de jaren zestig veel joodse gezinnen gevestigd. Er zijn voorzieningen als joodse scholen, synagogen – en natuurlijk winkels. Naast Laromme, de enige koosjere bakkerij van Nederland en de aloude firma Mouwes, zijn er verschillende restaurants gevestigd. Verder zijn bij de Buitenveldertse filialen van de landelijke supermarktketens sinds enkele jaren verschillende koosjere producten te krijgen.

>

Lekkers van de bakker

Meer dan honderd jaar was bakkerij Theeboom een begrip in joods Amsterdam. Het familiebedrijf had onder meer vestigingen in het centrum en de Rivierenbuurt, bijvoorbeeld in de Maasstraat, op de hoek met de Churchillaan. In 2008 hield het bedrijf op te bestaan, er is nu nog maar één koosjere bakker in Amsterdam. Naast challe, het bekende vlechtbrood dat nodig is bij de kidoesj (zegening bij begin van de sjabbat, uitgesproken over een glas wijn) op vrijdagavond, maakt een joodse bakker ook altijd zoete lekkernijen. Sommigen daarvan zijn zo ingeburgerd in de Nederlandse eetcultuur dat men bijna zou vergeten dat ze een joodse oorsprong hebben.

>

Joodse markt tijdens de bezetting

Tijdens de Tweede Wereldoorlog stelde de Duitse bezetter allerhande verboden in aangaande spijs en drank, die raakten aan de identiteit en de bewegingsvrijheid van de joden in Nederland. Bepaalde cafés, restaurants, winkels en markten werden ‘voor joden verboden’. De rituele slacht werd al in augustus 1940 verboden en in november 1941 werden er zelfs aparte ‘joodse markten’ opgericht, zoals in Amsterdam in de Gaaspstraat en op het Minervaplein, omdat joden de toegang tot andere markten was ontzegd. Via deze en andere maatregelen wilden de Duitsers de joden afzonderen van de rest van de samenleving, zodat hun volledige verwijdering daaruit efficiënter kon verlopen.

>

Broodjes ossenworst en halfom in de Rivierenbuurt

Een van de bekendste joodse winkels in de stad in ongetwijfeld Sandwichshop Sal Meijer in de Scheldestraat, midden in de Rivierenbuurt. Iets verderop in de Waalstraat zit slagerij Marcus, de enige koosjere slagerij van Nederland.

>

Huize Glück

Huize Glück, het restaurant en pension van Malvine Glück (1886-1942), was gevestigd aan het Oosteinde bij het Frederiksplein. Malvine Glück was niet alleen restaurant- en pensionhoudster. In 1932 schreef ze samen met Emma Bramson-Brest het Geïllustreerd Ritueel Kookboek met diëetrecepten.

>

Een nieuwe en gemeenschappelijke Vleeshal

Op de plek van de oude joodse vleeshal naast het Hoogduitse synagogecomplex verrees in 1928 een nieuwe vleeshal. Het moderne gebouw beschikte over een hal met plek voor zestien particuliere slagers in afzonderlijke verkoopcellen. De hal werd uitgerust met een koelinstallatie en een modern ventillatiesysteem. In tegenstelling tot vroeger – toen de Portugese en de Hoogduitse gemeente elk een eigen vleeshal uitbaatte – maakten nu beide joodse gemeenten voor de verkoop van koosjer vlees gebruik van een gemeenschappelijke vleeshal. Het gebouw van architect Harry Elte, met een gevel in Amsterdamse School-stijl, werd in 1961 gesloopt. 

>

Matzes van De Haan

Er waren in Nederland verschillende fabrikanten die etenswaren speciaal voor de Joodse consument produceerden. Zo waren er bijvoorbeeld de matzefabriek van de familie De Haan in Amsterdam en die van Hollandia in Enschede. Joden zijn met Pesach verplicht om matzes te eten. Ook in de week van Pesach mogen zij geen gerezen of gegiste voedingswaren eten, daarom is het de gewoonte om met matzes of matzemeel verschillende zoete en hartige bereidingen te maken.

>

‘Zuur is hier een ding van gewicht’

Van oudsher waren er veel joodse venters en straathandelaren. Voordat er volledige beroepsvrijheid was, was dat een van de beroepen waarmee joden in hun onderhoud konden voorzien, en ook na het ontstaan van een joodse middenklasse eind 19e eeuw bleef de augurkiesman een vertrouwd beeld in de oude Jodenbuurt. Venters huurden een kar van een karrenbaas en kochten in de vroege ochtend een lading fruit die ze in de loop van de dag aan de man trachtten te brengen. Niet alleen fruit, ook aardappelen, melk, mierikswortel, kastanjes, kool, uien, wortelen en allerhande gepekelde waren werden op straat en van deur tot deur verkocht.

>

De joodse keuken als bindmiddel

Het kookboek voor de joodse keuken doet meer om de joden bij elkaar te houden dan de Heilige Thora,’ schreef auteur Meyer Sluyser (1901-1973). Aan het einde van de negentiende eeuw waren de joden in Nederland na een proces van meer dan een eeuw relatief goed geïntegreerd in de verschillende bevolkingslagen en beroepssectoren. Dankzij onder andere de diamantindustrie was er een klasse van meer gegoede joodse arbeiders ontstaan. Aan de Nieuwe Uilenburgerstraat opende diamantslijperij Boas in 1897 zijn nieuwe fabriek. Het bedrijf van de gebroeders Boas was op de oude locatie aan de Nieuwe Keizersgracht uit zijn voegen gegroeid. Met de nieuwe fabriek werd Boas in een klap de grootste diamantslijperij in Amsterdam met 650 mensen in dienst. Sinds 1990 is Gassan Diamonds gevestigd in deze historische diamantslijperij aan de Uilenburgerstraat.

>

Pesach

Een prent uit 1725 laat zien hoe de viering van Pesach op sederavond bij de Portugees-Joodse familie Alvaro Nunes da Costa er aan toeging. De familie woonde op de Nieuwe Herengracht 49, niet ver van de synagoges bij het Waterlooplein. De viering van Pesach (Pasen) herinnert aan de uittocht uit Egypte. In de Tora wordt in het boek Exodus verteld dat Mozes de opdracht van God kreeg om de joden uit Egypte te leiden. De Farao wilde de joden, die als slaafgemaakten leefden, niet laten gaan. Pas nadat er tien plagen over Egypte gekomen waren, liet hij de joden vrij. Het is een opdracht om het verhaal van de uittocht uit Egypte van generatie op generatie over te leveren.

>

De Asjkenazische keuken

De hedendaagse joodse keuken in Nederland is sterker verbonden met de Asjkenazische dan met de Sefardische keuken. Joden die uit Centraal- en Oost Europa naar de Republiek kwamen, namen naast hun religieuze tradities ook verschillende culinaire gebruiken met zich mee. De term ‘Asjkenazisch’ (afgeleid van het Hebreeuwse Asjkenaz – Duitsland) wordt gebruikt voor alle joden die afkomstig zijn uit het gebied dat zich uitstrekt van het noorden van Frankrijk tot en met Oost-Europa. De spreektaal van de Asjkenazische joden was het Jiddisj, een Germaanse taal met Hebreeuwse en Slavische woorden, geschreven in Hebreeuwse lettertekens. In 1670 bouwden de Asjkenaziche Joden een synagoge op de Deventer Houtmarkt, het huidige Jonas Daniël Meijerplein. Deze 'Grote Synagoge' maakt vanaf 1987 onderdeel uit van het Joods Historisch Museum.

>

Koosjer in het kort

Het jodendom kent, zoals vele culturen, voedselvoorschriften. Het stelsel van joodse voedselvoorschriften is alleen al vanwege zijn uitvoerigheid vrijwel uniek. Voedsel is volgens de joodse traditie koosjer indien het door soort en bereidingswijze voor consumptie 'geschikt' is (Hebreeuws: kasjeer). De regels van het kasjroet (de joodse spijswetten) zijn hoofdzakelijk gebaseerd op voorschriften uit twee hoofdstukken uit de bijbel, Leviticus 11 en Deuteronomium 14, en later verder uitgebreid. Lekker Joods. Een wereld op tafel kwamen onder andere de spijswetten en typisch joodse gerechten aan bod. De tentoonstelling was te zien in het Joods Historisch Museum t/m 5 mei 2013.

>

Koken in oorlogstijd

Tijdens de Duitse bezetting neemt de schaarste toe: er komt gebrek aan van alles en nog wat. Dat komt doordat landbouwproducten, levensmiddelen en grondstoffen naar Duitsland worden vervoerd. Bovendien mag Nederland zelf niets meer over zee invoeren.

>

Het geheim van de duivekater

Toen ik een klein meisje was, woonden wij ver van Amsterdam. Elk jaar kwam er in de week voor kerstmis een grote langwerpige doos over de post. Daar zat de duivekater in, die werd opgestuurd door een bakker ergens, ik wist niet waar. In een dunne doorzichtige zak met een verhaaltje erop. Ik wist toen ook niet, waarom wij duivekater aten en niemand anders bij ons in de buurt. Het was gewoon zo: met kerstmis kwam de doos. Een glanzend bruin brood, dat eruit zag alsof hij voor een etalage was gemaakt. Daar sneed je dunne boterhammetjes van, roomboter erop, hmmm.

>

Dikkevretsavond

Zo komen we de donkere wintermaanden wel door! De oude man op de afbeelding hieronder heeft niets te klagen. Hij zit lekker warm bij het vuur en naast hem staat een fraai gedekte tafel. Op de achtergrond zijn schaatsende en kolvende figuren te zien. Kolven is een traditioneel Hollands spel waarbij men met een soort houten golfclub een bal tegen een paal moet slaan. Kortom, dit maandbordje voor de maand december toont precies wat men doorgaans graag doet in die koude wintermaand: lekker genieten en plezier maken.

>

Proef! Eten en drinken in het Teylers Museum

Ieder jaar wordt op 25 maart, de geboortedag van Pieter Teyler van der Hulst (1702-1778), een bijzondere avond georganiseerd in Teylers Museum. Net als in de tijd van Pieter Teyler mag dan een select gezelschap genodigden genieten van een speciaal voor hen samengestelde kunstbeschouwing. Aan de hand van een specifiek thema worden de mooiste tekeningen uit de collectie van Teylers Museum getoond. In 2011 was het thema ‘eten en drinken’.

>

Eetcultuur bij de Jonkheren Van Loon

Museum Van Loon is het woonhuis van de Amsterdamse regentenfamilie Van Loon. In 1884 werd het huis Keizersgracht 672 gekocht als huwelijks geschenk door het echtpaar Van Loon – Borski voor hun zoon Willem van Loon en zijn kersverse echtgenote Thora Egidius.  Mede als herinnering aan zijn grootouders besloot Jonkheer Maurits van Loon in 1973 om het huis en de collectie onder te brengen in een stichting en open te stellen voor het publiek. 

>