Typisch voor wederopbouwperiode
Het treinstation naar ontwerp van G.J. van der Grinten is volgens beide erfgoedorganisaties typisch voor de wederopbouwperiode. Na de Tweede Wereldoorlog onderging Beverwijk een bijna stormachtige groei. Daarbij paste een station met allure. Het bouwwerk was onderdeel van een stedenbouwkundig ontwerp, waarbij ook het voorplein met vijver, hartenkamp en bushaltes hoorden.
Het station uit 1960, waar de voormalige fietsenstalling onlosmakelijk onderdeel van maakt, markeerde de rand van dit grootstedelijke voorplein. Reizigers konden direct naar de perrons wandelen, zonder eerst door het hoofdgebouw te moeten. Juist de voormalige fietsenstalling begeleidde de reiziger richting de voetgangerstunnels – een nieuw concept in de naoorlogse tijd.
Waarde
Het stationsgebouw is volgens Heemschut en het Cuypersgenootschap van grote cultuurhistorische en stedenbouwkundige waarde. Om het tegen afbraak te behoeden, roepen beide erfgoedorganisaties burgemeester en wethouders van Beverwijk op het complete gebouw te beschermen.
Blijkens de stedenbouwkundige visie zou de plaatselijke overheid zelf ook voornemens zijn om het NS-station te behouden en op te knappen. “Door het gebouw als gemeentelijk monument aan te wijzen, kan het behouden blijven voor toekomstige generaties. De monumentenstatus en het sterke historische karakter zullen ook de kwaliteit van de toekomstige plannen binnen de Spoorzone versterken”, aldus Heemschut en het Cuypersgenootschap.
Bron: Monumentaal
Publicatiedatum: 05/08/2024
Vul deze informatie aan of geef een reactie.